Samenvatting: Chronologisch overzicht met korte omschrijvingen

Jagers en vissers -3000

Jagers en vissers - Oirschot in de prehistorie

De naam Oirschot zou afgeleid zijn van een vooruitstekend hoger gelegen gebied in een moeras, waar de oeros leefde. Het is gelegen op de zogenaamde Midden-Brabantse dekzandrug. Omstreeks 12.000 voor Christus leefden hier al jagers en vissers. Lees verder >

Romeinen 250

Romeinen - Casteren in Straten

In de Romeinse tijd liep er een weg over de hoger gelegen Midden-Brabantse dekzandrug via Oirschot naar het noordoosten. In het buurtschap Straten heeft vermoedelijk een Romeins gebouw gestaan, waarvan de resten vermoedelijk gebruikt zijn voor de bouw van de Mariakerk aan ’t Vrijthof.   Lees verder >

Sint Odulphus 800

Sint Odulphus - Een Oirschotse heilige

Odulphus (Odulf, Olof, Oelbert, Oel) is de meest bekende inwoner die in Oirschot geboren is. Hij hield opstandige Friezen in toom, bestuurde een gebied van Friesland tot Vlaanderen en werd na zijn leven als heilige vereerd. Lees verder >

Rechtspraak 900

Rechtspraak - Schepenbank en kantongerecht

Als godsdienstige mensen was de middeleeuwse mens onderworpen aan de eeuwige en onveranderlijke wetten van God, hetgeen hen door de priesters voortdurend werd voorgehouden. De taak van de rechtspraak was om uit te vinden, hoe die wet in het concrete geval en in de concrete omstandigheden van een zaak gold. Uit deze rechtspraktijk ontstonden gewoonten, die soms schriftelijk werden vastgelegd. De Oirschotse schepenbank is vermoedelijk de voortzetting van de oude kerkelijke schepenbank, die ontstaan is in de tijd van keizer Karel de Grote. Bij de herziening van de rechterlijke macht in 1838 kreeg Oirschot een kantonrechter binnen haar grenzen.   Lees verder >

Mariakerk 1000

Mariakerk - Romaans kerkje

Het zaalkerkje uit de twaalfde eeuw op het Vrijthof heeft een rijke geschiedenis. Het huidige tufstenen gebouw dateert van rond 1100. Een eerdere kerk, mogelijk van hout, zou gesticht zijn op een heidense offerplaats. Dat wijst op stichting door Angelsaksische missionarissen. Lees verder >

Heerlijkheid en Vrijheid 1232

Heerlijkheid en Vrijheid - Heren en halfheren

Oirschot en Vught vormden tot in de 13e eeuw één Heerlijkheid. Door machtstrijd van de Hertog van Brabant kwam de heerlijkheid Vught in 1257 in zijn handen en kreeg hij vermoedelijk in datzelfde jaar ook de halve Heerlijkheid Oirschot in zijn bezit. De andere helft blijft voorlopig nog in handen van nakomelingen van de heren van Vught, die zich als erfgenamen Heer van Oirschot gaan noemen. In 1320 moeten de nazaten van de Vughtse heren echter wegens financiële problemen de halve Heerlijkheid Oirschot verkopen aan Rogier van Leefdael. Het bestuur en de rechtspraak is in handen van de locale schepenbank. Lees verder >

Het kapittel 1240

Het kapittel - Geestelijke invloed

Het vroegste verleden van het Oirschotse kapittel is slecht bekend, wat voor een groot deel is toe te schrijven aan de brand van de oude Sint-Petruskerk in 1462: daar is toen ook het archief van het kapittel mee verloren gegaan.   Lees verder >

Herdgangen 1250

Herdgangen - Gehuchten vroeger en nu

Oirschot was en is net als veel andere Noord-Brabantse dorpen en steden onderverdeeld in buurtschappen. Vroeger noemde men dat herdgangen en later gehuchten. Deze hadden een formele status. Een achtman of heffer was onder meer verantwoordelijk voor de inning van de dorpslasten in zijn herdgang. Oirschot (inclusief Best) kende acht herdgangen namelijk de Kerkhof in het centrum van Oirschot, Spoordonk, Hedel, Notel, Straten en binnen het huidige Best vanaf de zeventiende eeuw Aarle, Naastenbest en Verrenbest. Naastenbest en Verrenbest duiden de ligging ten opzichte van Oirschot aan, waardoor de oorspronkelijke verbondenheid met Oirschot ook nu nog in herinnering blijft. Lees verder >

Onderwijs 1290

Onderwijs - Van Latijnse school tot universiteit

In tegenstelling tot andere plaatsen had Oirschot geen gewone dorpsschool, maar een Latijnse school. Al in 1240 wordt in een oorkonde vermeld: 'capitulum beati Petri in Orscoth', met in de getuigenlijst: 'Gwillelmus, tunc temporis scolasticus' (scholaster van kapittel). In 1293 komt een vermelding van onderwijs met meerdere afdelingen voor en wel in de statuten van het Kapittel, dat het schoolbestuur vormde. De scholaster was de kanunnik die belast was met het dagelijkse bestuur van de school. Aan het hoofd van de school stond een rector, die met minstens één ondermeester verantwoordelijk was voor het onderwijs aan kinderen van gegoede ouders. Honderd of meer leerlingen per klaslokaal was niet ongebruikelijk. De lessen werden gegeven in het Latijn, dat de algemeen gebruikte schrijf- en cultuurtaal was. De cantor moest de leerlingen de Gregoriaanse gezangen bijbrengen. Lees verder >

Leen- en landgoederen 1303

Leen- en landgoederen - Hertogenlijk bezit

In 1303 moeten abt Willem van Lubbeek en het Konvent van Park speciaal in de gratie gestaan hebben van hertog Jan II van Brabant.  Hij had van hen voor zijn militaire expedities geld en levensmiddelen gekregen. Als tegenprestatie gaf hij aan de abdij 80 bunder novaal land in de omgeving van Heerenbeek te leen. Vermoedelijk al veel eerder bestond er in Oirschot een leengoed, namelijk  groot-Biesterveld.   Lees verder >

Sint Joris gasthuis 1333

Sint Joris gasthuis - Onderkomen voor pelgrims

Het huidige Zorgcentrum Sint-Joris stamt al uit de veertiende eeuw. In het jaar 1333 stichtte Rogier van Leefdael, Heer van Oirschot, bij testament het Sint Joris gasthuis. Zijn weduwe Agnes van Kleef realiseerde het. Hun wapens zijn in het plaveisel voor de kapel aangebracht.   Lees verder >

Heilige Eik 1406

Heilige Eik - Mariaverering

Veel volkeren hebben een heilige boom om hun goden te vereren, te bidden of te offeren. Deze boomheiligdommen of cultusplaatsen worden ook gebruikt om samen te komen voor rechtspraak of om bij de goden in de gunst te komen voor riskante ondernemingen, zoals oorlogen, of als dankbetuiging voor een overwinning of een goede oogst. Of de Heilige Eik in Oirschot bij onze voorouders ook als cultusplaats in gebruik geweest is, weten we niet en we kunnen en mogen de huidige locatie ook zeker niet associëren met religieuze riten uit lang vervlogen tijden. Bovendien staat er al lang geen eik meer, alleen een kapel. Het is een ontmoetingsplaats en een plek waar Maria vereerd wordt.   Lees verder >

Broederschappen en schuttersgilden 1463

Broederschappen en schuttersgilden - Voor God, koning en vaderland

De oudste nog bestaande verenigingen zijn de broederschappen of schuttersgilden. Dat is niet alleen in Oirschot zo, maar nagenoeg in alle dorpen en steden in Noord-Brabant, Limburg en Gelderland. Ook over onze landsgrenzen komen we deze eeuwenoude broederschappen en schuttersgilden tegen. Sommige broederschappen kunnen hun formele oprichting al aantonen met akten uit de veertiende eeuw. In Oirschot is dat helaas niet zo. De hier nog bestaande broederschappen en schuttersgilden zijn vanaf het midden van de vijftiende tot en met het midden van de zestiende eeuw opgericht. Wel dient daarbij de aantekening gemaakt te worden dat ze ouder zijn, maar dit zijn veronderstellingen, gebaseerd op summiere informatie in schepenprotocollen en andere aantekeningen uit het verre verleden. Lees verder >

Sint-Petruskerk 1500

Sint-Petruskerk - Een beeldbepalend monument

Oirschot was al heel vroeg een geestelijk centrum in het bisdom Luik met een kapittel, een college van elf kanunniken. Aanvankelijk was het kapittel (onder het patronaat van Sint Petrus) gehuisvest in de Mariakerk op het Vrijthof, maar in 1268 stichtte het kapittel op de huidige plaats de Sint-Petruskerk of Sint-Pieter. Mogelijk vond deze nieuwbouw plaats omdat het Mariakerkje te bescheiden leek in vergelijking met de zetels van de andere twee kapittels in de buurt, die van Hilvarenbeek en Sint-Oedenrode. Deze kapittelkerk van Oirschot was tot 1648 hoofdparochie over de kerken in de omgeving. Lees verder >

Hof van Solms 1633

Hof van Solms - Vermaarde geneeskunst

Het Hof van Solms is in feite nog een overblijfsel van de grote reputatie, die de Oirschotse Medische school in de zestiende en zeventiende eeuw genoot. In 1557 woont in Oirschot een chirurgijn, genaamd 'Silvester Lintermans uyt Sunt-Truyden'. Zijn zoon Jacob wordt de grondlegger van de medische school in Oirschot. Lees verder >

Heilige non 1644

Heilige non - Maria Margaretha der Engelen

In 1618 wil Silvester Lintermans, een inwoner van Oirschot, in zijn huis 'Blijendael' een karmelietessenklooster stichten, maar dat valt in deze tijd niet mee. In 1629 verovert Frederik Hendrik 's-Hertogenbosch en komt de hele Meierij in handen van de protestantse republiek. Priesters en kloosterlingen moeten het gebied verlaten en katholieke kerken worden gereformeerde gebedshuizen. Het valt dus niet mee om hier een klooster te stichten. Toch lukt dat uiteindelijk. Dankzij bemiddeling van de Franse koningin-moeder Maria de Medici krijgt Lintermans hiervoor in 1644 toestemming van Frederik Hendrik. In die tussentijd heeft hij contact opgenomen met een zekere Maria Margaretha der Engelen in Antwerpen. Zij is in 1624 tot de Antwerpse Karmel toegetreden en geniet door haar extreme levenswijze een reputatie van heiligheid. Zij verlaat in 1644 Antwerpen om met enkele medezusters een nieuw klooster te stichten in Oirschot.   Lees verder >

Zusters Franciscanessen 1797

Zusters Franciscanessen - Gevlucht uit Weert

De oorsprong van de Congregatie van de Franciscanessen van Oirschot ligt in Weert. In 1797 vestigden de Franciscanessen zich in Oirschot. Hun geschiedenis gaat terug tot in de 17e eeuw. Moeder Johanna van Jesus (Johanna Neerick 1576- 1648) is de stichteres van de Franciscanessen penitenten – recollectinen. Het was een contemplatieve communiteit, een besloten kloosterleven in gebed en inkeer(recollectie)en boetvaardigheid (penitentie) met haar inspiratiebron Franciscus van Assisi. Bij het overlijden van Moeder Johanna in 1648 waren er in navolging van haar levenswijze veel nieuwe kloosters gesticht. In 1797 vluchtten de Franciscanessen die in Weert gevestigd waren voor het geweld van de Franse Revolutie. Een aantal zusters kon naar Oirschot komen omdat daar familie woonde. Ze vonden hier onderdak in een huisje in de Koestraat. Later kwamen meer zusters naar Oirschot. Met hulp van weldoeners konden de zusters aan de overkant van de straat het klooster uit gaan bouwen.   Lees verder >

Geburen 1815

Geburen - Over conflicten en afscheiding

In de Oirschotse archieven vindt men van tijd tot tijd documenten over grensgeschillen van uiteenlopende aard en ernst. De langslepende 'onafhankelijkheidsstrijd' van Best spreekt het meest tot de verbeelding. De huidige gemeente Best was in de vroege middeleeuwen een nat gebied dat hoorde bij de Heerlijkheid Oirschot. Omstreeks 1300 bestond Oirschot uit acht 'herdgangen' oftewel gehuchten met gemeenschappelijke landbouw- en veeteeltgronden. Die gehuchten waren Kerkhof, Notel, Hedel, Straten en Spoordonk (de latere gemeente Oirschot van vóór de fusie met de Beerzen) en Aarle, Naastenbest en Verrenbest. Deze laatste drie werden al vroeg aangeduid met de gemeenschappelijke naam Best. Die naam heeft te maken met de boomteelt en betekent waarschijnlijk een laaggelegen, vochtig terrein waar bomen groeien. Eén van de belangrijkste taken van het dorpsbestuur is het beheer van de gemeenschappelijke gronden binnen de herdgangen. Lees verder >

Dorpsdrama's 1838

Dorpsdrama's - Rampen en doodslag

‘Het Kruis’ is door bewoners van buurtschap Hedel geplaatst na de moord op de jonge Italiaanse marskramer Giovanni Antonio Castione Borri in 1838. De 16-jarige Giovanni was in dienst als marskramer bij de Familie Borghini die een lijstenmakerij en prentendrukkerij had in Boxtel. Zijn handelsgebied was Brabant en Gelderland. Begin Juni 1838 heeft hij onderdak in de herberg van Wed. van Cuijk aan de Eendenpoel in Oirschot. Daar ontmoet hij zijn latere moordenaar Martinus Z. In zijn jeugdige onschuld laat hij daar vol trots zijn verdiende loon van 17 gulden zien. Lees verder >

Nijverheid en industrie 1860

Nijverheid en industrie - Meubels maken, geleerd in Amerika

Historisch gezien is Oirschot een typisch agrarisch dorp. Teruggaande in de geschiedenis van vóór 1750 kende Oirschot heel veel kleine boerderijtjes, die op de schrale zandgronden een gemengd bedrijf hielden. Veel nijverheid was er toen nog niet. Er werden wat ambachten uitgeoefend zoals schoenmakers, leerlooiers, molenaars, wevers, ververs, en ook relatief veel stoelenmakers. Het uitoefenen van deze ambachten bestond toen uit pure mankracht met gereedschap. Het machinaal uitoefenen van al deze ambachten was nog onbekend. Dat kwam pas ruim een eeuw later toen de stoommachine werd uitgevonden.    Lees verder >

Kunst en cultuur 1923

Kunst en cultuur - Beeldende- en muzikale kunst

De gemeente Oirschot afficheert zich graag als 'Monument in het Groen'. Terecht, want Oirschot heeft veel natuurgebieden binnen haar grenzen. Maar evengoed zou Oirschot genoemd kunnen worden als een kunstenaarsdorp. De vele uitingen op kunstenaarsgebied rechtvaardigen dit. Een belangrijk persoon, die in de Oirschotse gemeenschap, weliswaar ongewild, daartoe aanleiding heeft gegeven is de kunstschilder Jan Kruysen geweest. Lees verder >

Sport en spel 1935

Sport en spel - Ontspanning door inspanning

In de twintigste eeuw waren er niet zoveel verenigingen als nu. In de hechte buurtschappen werden door de kinderen nog allerlei spelletjes gespeeld, zoals ringgooien, knikkeren en centjetikken. De volwassenen en jong volwassenen begonnen zich in de jaren twintig aan te sluiten bij boerenstandsorganisaties om ervaringen uit te wisselen en sociale contacten te onderhouden. In deze organisaties vonden ook gemeenschappelijke activiteiten plaats, die we nu onder spel zouden rangschikken, terwijl er wel degelijk van een sportieve inspanning sprake was.   Lees verder >

Oorlog en vrede 1940

Oorlog en vrede - Vrede tegen hoge prijs

De Eerste Wereldoorlog In de Eerste Wereldoorlog was Nederland neutraal en had Oirschot niet direct te lijden onder oorlogsgeweld. Indirect zorgden de stroom vluchtelingen vanuit België en de inkwartiering van gemobiliseerde militairen ervoor dat de oorlog niet ongemerkt aan het dorp voorbijging. Ook na de oorlog had de voedselschaarste door de landbouwcrisis en de inflatie nog grote gevolgen voor het dagelijkse leven. Lees verder >

In het nieuws 1955

In het nieuws - Wereldpers gehaald

In 'het mooiste dorp van Brabant', zo schreef de Katholieke Illustratie indertijd, vond in het weekend van 21 en 22 mei 1955 een uniek evenement plaats: een tweelingencongres. Na een eerdere bijeenkomst in Chicago was dit het 'Eerste Europese Tweelingen-Congres'. Internationale belangstelling was bij voorbaat gegarandeerd. Organisator van het congres was Johan Louwers, secretaris van de niet-kerkelijke atletiekvereniging 'Orion'. Johan, geboren 7 april 1926, kwam uit een sportief gezin en wilde als actief lid van de vereniging het lustrum van de club uitbundig vieren. Als broer van een tweeling wist hij dat er toen in Oirschot betrekkelijk veel tweelingen woonden: 62 op circa 7750 inwoners..   Lees verder >

Monument in het groen 1960

Monument in het groen - Monumenten midden in de natuur

De gemeente Oirschot noemt zich niet voor niets graag "Monument in het Groen". De gemeente telt 320 Rijks- en gemeentelijke monumenten, twee beschermde dorpsgezichten, en elf unieke natuurgebieden. De beeldbepalende gotische Sint-Petruskerk is meer dan vijf eeuwen oud.   Lees verder >

Portretten

Portretten - Bekende personen door de eeuwen heen

Elke stad of dorp heeft zijn beroemdheden. In een gesloten gemeenschap, zoals Oirschot er een was, beperkte deze beroemdheid zich tot markante personen, mensen die zich afwijkend gedroegen, uitzonderlijke prestaties leverden of op een andere manier de aandacht trokken. Slechts zelden betrof het een bekendheid die verder reikte dan de eigen dorpsgrenzen. Toch heeft Oirschot inwoners gehad, die over de dorpsgrenzen heen hun sporen verdiend hebben en zelfs landelijk en internationaal zijn doorgebroken.  Lees verder >