Vergroot beeldmateriaal
Indonesie viert zijn onafhankelijkheid op 17 augustus, de dag waarop Soekarno de onafhankelijke Republiek Indonesië uitriep. Nederland droeg evenwel pas op 27 december 1949 de soevereiniteit over aan de Verenigde Staten van Indonesië. De jaren tussen de onafhankelijkheidsverklaring en de soevereiniteitsoverdracht waren een periode van strijd en moeizame onderhandelingen. In die periode werden zo'n 130.000 mannen naar Nederlands-Indië gestuurd om 'in naam van de Koningin' orde op zaken te stellen en rust te creëren. Uit Oirschot vertrokken er 95.
In Nederland ontstonden verenigingen die zich het lot aantrokken van de militairen in Nederlands-Indië. Op 29 September 1946 werd de Stichting Katholiek Thuisfront in het leven geroepen. Het doel van de nieuwe organisatie was 'in den ruimsten zin des woords de actieve belangstelling van Katholiek Nederland wakker te roepen voor de Nederlandsche militairen en die militairen geestelijk en stoffelijk te steunen'. Al direct na de oprichting ondernam de Stichting actie om in zoveel mogelijk parochies afdelingen op te richten. Iedere afdeling kon zelf activiteiten op touw zetten. Binnen één jaar was met 1264 van de 1461 parochies contact verkregen. Er werden 31 'gewesten' gevormd, bestaande uit de parochies van drie of vier dekenaten. Binnen ieder gewest werden enkele gewestelijke commissarissen gekozen. Samen met de aalmoezenier die in ieder gewest werkzaam was vomden zij een soort adviserend en regelend lichaam tussen het landelijk bureau en de parochiële afdelingen. Met medewerking van de afdelingen leverde het landelijk hoofdbureau allerlei artikelen zoals gezelschapsspelen en boeken voor hospitalen en militaire tehuizen. Op godsdienstig terrein zorgde ze voor missalen, rozenkransen en de uitrusting voor aalmoezeniers.
De Oirschotse afdeling van het Katholiek Thuisfront werd 16 november 1946 opgericht. De organisatie was in handen van een klein comité, waarin een parochiegeestelijke zitting had. Verder maakten er een onderwijzer, een leider van de Katholieke Arbeiders Jeugd, een vertegenwoordiger van de middenstand en een vertegenwoordiger van de jonge boerenstand deel van uit. Uiteraard verleenden nog vele anderen hun medewerking bij allerlei activiteiten. Er werd een blad uitgegeven 'Rond den Orskotsen Torre' dat elke week naar de dorpsgenoten in Nederlands-Indië werd gezonden en waarop ook Oirschottenaren zich konden abonneren. Het blad is gratis voor de militairen. Dat is mogelijk omdat we hier in Oirschot steunabonnementen hebben geplaatst. D.w.z. weldenkende Oirschotse mensen die een offertje voor de soldaten in Indië willen brengen hebben die krant ook genomen, maar betalen zoveel dat we hem gratis kunnen sturen aan onze dorpsgenoten in Indië, (Uit Rond den Orskotsen Torre, 1e jrg, nr, 52,)
Het periodiek werd samengesteld, getypt, gestencild en verzonden door enkele comitéleden die anoniem wensten te blijven. U zult natuurlijk wel benieuwd zijn te vernemen wie al die medewerkers zijn, maar dat is een geheim dat zo streng is als een biechtgeheim. (Uit Rond den Orskotsen Torre, 1e jrg. nr, 52.) Na een jaar werd een tipje van de sluier opgelicht en verscheen er een foto van het voltallige comité in het blad; de medewerkers stonden echter met hun rug naar de camera, zodat nog niemand herkenbaar was. Hieraan werd zelfs een prijsvraag verbonden. Enkele namen van actieve Oirschotse comitéleden zijn: Wim Berk, Toon van Bommel, Maria van Erp, kapelaan H.van Gestel, Phil Kemps, Willem van Kollenburg, Janus van Kronenburg, meester Piet van de Sande, Hélène Schreurs, meester Arnold Schreurs, Theo Schreurs, Toon Schreurs, Harrie van de Schoot, Anna van der Steen, Jan van de Wal en meester Sjefvan Woerkom.
De inhoud van het Oirschotse periodiek bestond uit een hoofdartikel, geschreven door de aalmoezenier. Dit stukje was steeds zeer stichtelijk opgesteld. Verder werd het blad gevuld met allerlei dorpsnieuwtjes: data en namen van geboorten en overlijden, huwelijken, verhuizingen, korte verhalen en allerlei 'kletspraat'. Onder de titel 'Indië aan het woord' nam de redactie regelmatig brieven op van jongens die iets van hun belevenissen vertelden. De naam van de schrijver bleef echter ook geheim en de redactie beoordeelde of de kopij geschikt was voor de krant. Er werd door het thuisfront bij vele gelegenheden en op allerlei manieren geld ingezameld. Dit gebeurde bijvoorbeeld door middel van collectes bij bruiloften, communiefeestjes, jubilea en partijen, fancyfairs en bijeenkomsten van verenigingen. Men gebruikte de ontvangsten voor het zenden van brieven, lectuur en andere zaken, zodat 'onze jongens zich niet door God en de dorpsgenoten verlaten hoefden te voelen'. Maar het meeste geld werk gebruikt voor het verzenden van pakketten, waarvan er honderden (kerst-, paas- en verjaringspakketten) naar Nederlands-Indië werden gestuurd. Artikelen die bij de jongens het meest gewild waren, waren op de eerste plaats sigaretten, vervolgens filmrolletjes en snoepgoed. Omdat er in ons land nog een schaarste was aan allerlei artikelen werden er ook inzamelingsacties gehouden van distributiebonnen, vooral bonnen voor tabaksartikelen. De zusterkes van de Carmel, die heel veel voor onze jongens bidden, kunnen maar heel weinig stoffelijke blijken van medeleven geven. Maar vandaag werd aan het Thuisfront 7 tabaksbonnen geschonken, die te zijner tijd door onze soldaten op de gezondheid van de zusters zullen worden opgerookt, (Uit Rond den Orskotsen Torre, 3e jrg. nr. 14.)
Zoals de naam Katholiek Thuisfront doet vermoeden, waren veel activiteiten kerkelijk getint. Regelmatig werd er een H. Mis opgedragen voor een behouden terugkeer van de jongens. Zaterdag 11 december 1948 vond er in de kapel van de Heilige Eik een eenvoudige, maar treffende plechtigheid plaats. Daar werden de lijsten met de foto's van de Oirschotse jongens in Nederlands-Indië opgehangen. Dit om de bezoekers van de kapel op te wekken tot een vurig gebed voor hen. "Want nu hun foto's in de kapel hangen, wordt iedereen die in de kapel komt, gedwongen voor hun dorpsgenoten in den vreemde een extra hartelijk weesgegroetje te bidden! Eendracht maakt macht, zeker hier!!" (Uit Rond den Orskotsen Torre, 3e jrg. nr.25.) Op Sacramentsdag 16 juni 1949 werd aan de kapel een hoogmis opgedragen "voor de gesneuvelden uit het Dekenaat Oirschot en tevens voor de geestelijke en stoffelijke belangen van de soldaten uit het dekenaat Oirschot, die in Indië hun vaderlandse plicht onder dikwijls zeer moeilijke omstandigheden moeten verrichten. Wij hopen hiermee nog eens duidelijk te maken hoe onze mensen thuis zich op alle denkbare manieren inspannen om onze jongens tot steun te zijn. Jullie zien pakketjes, contactblad en lectuur, maar wat er in stilte voor jullie gebeden wordt dat ontgaat jullie uit de aard der zaak." (Uit Rond den Orskotsen Torre, 3e jrg. nr.49.) Het was een geweldige gebeurtenis, waarbij duizenden mensen toestroomden.
Het thuisfront is in die tijd een grote steun geweest voor het front overzee. Niet alleen het bestuur was actief, maar vrijwel de hele dorpsgemeenschap. In het algemeen waardeerden de jongens deze betrokkenheid zeer. Dat blijkt wel uit de oprichting van de club Satomé: Sabang tot Merauke. Deze club bestond uit temggekeerde Indiëgangers die op diverse manieren het thuisfront steunden.