Vergroot beeldmateriaal
Op 17 september 1944 crashte in Oostelbeers, gemeente Oirschot, een C-47A Skytrain met aan boord 6 personen waarvan er twee omkwamen. Een onderzoek naar toedracht en gevolgen bracht verrassende feiten aan het licht.
De eerste dag van operatie “Market”, het eerste deel van operatie “Market Garden”, 17 september 1944, stijgen bijna 500 vliegtuigen op in Engeland om mannen van de 101ste Airborne divisie naar Son en omgeving te brengen. Operatie “Market” behelsde een aanval met para’s op de bruggen over de voornaamste Nederlandse rivieren, Operatie “Garden” was het tweede deel met een infanterie aanval en aansluiting bij de para’s. Een van die opstijgende toestellen was de Douglas C-47A Skytrain 43-16033, code CU-B, dat om 13.10 uur opsteeg van het vliegveld Ramsbury in Engeland met 16 para’s aan boord, bestemming Veghel. De bemanning bestond uit 1Lt Donald A. Pahlow, piloot, 2Lt William F. Baker, copiloot, S/Sgt Christopher S. Domitrovich, crew chief/engineer, S/Sgt Rollin D.Ellis, radio operator, en twee passagiers, te weten Captain William F. Wade, de inlichtingen officier van vliegbasis Aldermaston (de thuisbasis van de 434ste Troop Carrier Group) en Cpl. Thomas A. Hoge, een oorlogscorrespondent van het populaire “Yank Magazine”. Wade had het een goed idee gevonden de trip naar Holland mee te maken om er een verhaal over te schrijven en foto’s te maken.
Pahlow vloog een zuidelijke aanvliegroute over België, via Geel, naar Veghel achter de Duitse linies. Het toestel raakte boven de frontlinies in zwaar afweervuur boven Boxtel en vloog in brand. Niettemin slaagde Pahlow er nog in zijn missie te voltooien en dropte hij zijn para’s boven het doel. Op de terugweg kreeg het toestel een voltreffer net onder Veghel en crashte het brandend in Oostelbeers. Even te voren had Pahlow zijn bemanning het bevel gegeven uit het toestel te springen. Dat bevel werd door vier man ook uitgevoerd en zij overleefden de crash: Hoge werd krijgsgevangen gemaakt en keerde later terug, de anderen landden binnen de Amerikaanse linies. Vóór ze sprongen zagen zij dat Pahlow zelf nog niet sprong maar terugging om Wade te hulp te schieten. Wade had namelijk moeite zijn parachute aan te doen. Deze hulp kwam te laat: het toestel stortte neer aan de Maneschijn in Oostelbeers en beide mannen kwamen daarbij om het leven. Hun ernstig verbrande stoffelijke overschotten werden eerst begraven op het R.K. kerkhof in Oostelbeers en werden in 1946 herbegraven op het militaire begraafplaats van Margraten; Pahlow in graf OO-11-272, Wade in graf OO-11-274. In 1949 vond een laatste herbegrafenis plaats: Wade ligt nu in graf P-9-17, Pahlow in graf B-2-5. Voor hun moedig gedrag werd Donald Pahlow posthuum onderscheiden met de “Air Medal with Oak Leaf Cluster” en kreeg William Wade het ”Purple Heart”.
Maar daarmee is dit droevige verhaal nog niet ten einde. Christopher Domitrovich, de boordwerktuigkundige, overleefde de oorlog en we vinden hem terug op 28 juli 1945 in Amerika in Bedford, Massachusetts, waar hij als copiloot fungeert in een B–25 Mitchell bommenwerper die op die dag een routine vlucht zou maken naar Newark, New Jersey. Het toestel, genummerd “Army 0577” had de naam “Old John Feather Merchant”en was getransformeerd in een VIP transportvliegtuig. De piloot is een hoog gedecoreerde piloot, Lt. Col. Bill Smith ( DFC, Air Medal en Croix de Guerre) die in de oorlog meer dan 100 vluchten gemaakt had in B-17’s (de zgn. Vliegende Forten) in Europa. Aan boord als passagier gaat ook een vliegtuigmotorwerktuigkundige van de Navy, Albert Perna, die mee mag vliegen om in Brooklyn zijn ouders te gaan troosten omdat hun andere zoon in de Pacific is omgekomen. Er is nóg iemand die een lift wil: Paul Kantor, een vliegtuigtechnicus die naar zijn kersverse bruid in Brooklyn wil en die ook meemag. Hij belt zijn vrouw, Marian, en zegt dat hij komt en dat hij zal bellen als hij geland is. Kantor moet zich haasten en vergeet in die haast zijn parachute mee te nemen. Als hij bij de Mitchell aankomt krijgt hij van de flight operator, Everett White, geen toestemming mee te vliegen zonder parachute.Omdat Kantor aanhoudt en blijft smeken mee te mogen roept White de officier van dienst er bij, Harold Novok. Deze laat zich echter niet vermurwen en houdt tot groot ongenoegen van Kantor voet bij stuk. Het blijft: “No!” Kantor wist namelijk ook dat het weer in New York heel slecht was en dat de piloot van de Mitchell al geadviseerd was om eventueel in Hartford, Connecticutt, te landen als het niet mogelijk zou blijken om in Newark te landen. Kantor rende terug naar zijn barak om zijn parachute te halen maar ziet het toestel al opstijgen als hij komt aanrennen: te laat! Kort voor 9 uur in de ochtend is de Mitchell, met Smith, Domitrovich en Perna aan boord, in de lucht. Na minder dan een uur vliegen ontvangt Smith vanuit New York Municipal Airport (nu La Guardia) bericht dat er een dichte mist hangt : “we kunnen de top van het Empire State Building niet eens zien”! De ervaren piloot Smith legt de waarschuwing naast zich neer en vliegt verder richting Newark. Het vliegtuig is inmiddels vlak bij La Guardia boven de stad New York en de mist wordt zo dicht dat Smith de toen vereiste minimale vlieghoogte van 610 meter boven bebouwing verlaat en op 300 meter gaat vliegen om grondzicht te krijgen. De bommenwerper vliegt nu, merkt Smith waarschijnlijk dan tot zijn ontzetting, midden door New York tussen de wolkenkrabbers door. Op het allerlaatst moet Lt. Col. Smith het profiel van het Empire State Building recht vóór zich gezien hebben want het toestel tracht met een scherpe bocht meer hoogte te krijgen. Het is te laat. Om 9.49 uur in de morgen vliegt het toestel met een geschatte snelheid van 320 km. per uur tegen de 78ste en 79ste verdieping van het gebouw aan, op plm. 295 meter hoogte. De botsing sloeg een gat van 6 bij 6 meter in het gebouw. Een van de motoren viel in een liftschacht en veroorzaakte brand in het fundament. De andere motor sloeg door 7 muren heen en kwam aan een andere zijde van de toren naar beneden. Er ontstond een hevige brand in het gebouw waarbij 14 doden vielen en 26 gewonden. Onder deze doden waren ook de drie bemanningsleden. Het lichaam van Perna werd dagen later gevonden, onder in een liftschacht. De ouders van Albert Perna hebben dus ook hun tweede zoon verloren. De beide andere omgekomen bemanningsleden waren onherkenbaar verminkt. Omdat het ongeluk op een zaterdag gebeurde waren er slechts 1500 mensen in het gebouw; Op werkdagen waren er meestal wel 15000 personen in aanwezig en zou het aantal slachtoffers veel groter zijn geweest. Met de catastrofe van Nine-Eleven en Twin Towers nog in gedachten is dit einde van Christopher Domitrovich, die de crash in Oostelbeers overleefde, wel heel bizar.
De jonge echtgenote van Kantor hoorde van de ramp over de radio, dacht dat ze haar man verloren had tót hij telefoneerde dat hij op het laatst geen toestemming had gekregen mee te vliegen. Zij huilde van opluchting. De toevallige samenloop van omstandigheden is echter nog niet ten einde: Kantor heeft Novak, die zijn leven redde, niet meer gezien, hoewel beiden in New York woonden en werkten, de een als advocaat, de ander als zakenman. Onafhankelijk van elkaar besloten beiden om in 1981 na beëindiging van hun werkzame leven te gaan verhuizen. Beiden gingen, uitzonderlijk toeval, naar Zuid Florida, naar het zelfde seniorencomplex, vlak bij een golfbaan. Een jaar later werden ze door een gemeenschappelijke vriend aan elkaar voorgesteld. Kantor, 83, noch Novok, 85, herkenden elkaar. Maar Harold Novok had één vraag: “bent u de zelfde Paul Kantor van Bedford Airbase?” “Ja”, antwoordde Kantor. De twee mannen zijn buren en vrienden geworden en speelden sindsdien minstens een keer per week samen golf. Marian Kantor zei over het weerzien met de man die haar echtgenoot’s leven redde door hem te verbieden mee te vliegen: “Er zijn niet zo veel wonderen die twee maal gebeuren!”.
De schrijver van dit artikel had bij het verzamelen van gegevens hulp van Ad van Zantvoort en Bart Smeets waarvoor hij hen zeer erkentelijk is