Vergroot beeldmateriaal
De meesten van ons hebben in hun jeugd onderwijs gevolgd op een katholieke school en dat de normaalste zaak van de wereld gevonden. Weinigen zullen er bij stilgestaan hebben dat dat niet altijd zo "normaal" geweest is. De geschiedenis van het katholieke onderwijs in Oirschot is nog maar kort.
Op het einde van de 18de eeuw nog moest de onderwijzer in Nederland van de Hervormde Godsdienst zijn. Ondanks het feit dat de meeste Brabanders katholiek waren, gold dit ook voor onze provincie. Misschien denk je dat daardoor de leerlingen in de hervormde leer werden opgevoed. Welnee, het vak godsdienst bestond nog niet in de school. Het enige wat de kinderen leerden, was lezen, schrijven en later ook nog rekenen. Bovendien liet de schoolmeester het wel uit zijn hoofd de kinderen tot zijn godsdienst te "bekeren". De ouders immers zouden in dat geval - er was geen leerplicht - hun kinderen thuis gehouden hebben. En de meester was voor zijn inkomsten afhankelijk van het schoolgeld dat de leerlingen meebrachten. Vandaar!
Na 1800 moesten de scholen volgens de wet neutraal zijn.
In het midden van de 19de eeuw komt er vrijheid van onderwijs voor de wet. Maar in de praktijk kon men met dat wetsartikel weinig beginnen omdat alleen de neutrale (openbare) scholen door het rijk gefinancierd werden. Alleen 'n vereniging, zoals kloostergemeenschappen, konden een eigen scholen bekostigen. In Oirschot wordt in die tijd door de Franciscanessen met een eigen katholiek schooltje begonnen. Later groeit deze vorm van onderwijs uit tot de Mariaschool. De reeds lang bestaande scholen in de Kom, Straten en Spoordonk blijven voorlopig openbaar.
Na 1860 komen er beetje bij beetje steeds meer mogelijkheden voor bijzondere scholen, maar de financiele gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs komt pas in 1920.
De toenmalige pastoor -Deken Freyssen -en zijn kerkbestuur komen meteen in actie. Als eerste nemen zij de Openbare School in de kom over. In 1923 wordt de katholieke Odulphusschool geopend. Enkele leerlingen die niet van katholieke huize komen moeten volgens het kerkbestuur maar naar de openbare scholen van Straten of Spoordonk. In de praktijk is dat waarschijnlijk niet gebeurd. De kinderen bleven waar ze waren. Alleen onder de godsdienstles moesten (of mochten? ) ze de klas verlaten,vermoedelijk jaloers nagekeken door hun katholieke klasgenoten.
Nu maakt het kerkbestuur bekend ook in Straten en Spoordonk katholieke scholen te willen stichten. Maar dan komen enkele ouders van niet-katholieke leerlingen in actie. Zij eisen van de gemeente de mogelijkheid om hun kinderen openbaar onderwijs te laten volgen. Te meer omdat het kerkbestuur duidelijk stelt dat er op hun scholen alleen katholieke kinderen mogen worden aangenomen. Bij die actievoerende ouders is ook meester van Heeswijk, katholiek hoofd van de school in Straten. Waarschijnlijk heeft hij al vroeg te horen gekregen dat hij geen hoofd van de toekomstige katholieke school in Straten zal worden. Dat moet een hele slag voor hem geweest zijn. Want hij verliest hiermee niet alleen zijn baan, maar ook zijn huis. Hij en zijn grote gezin komen letterlijk op straat te staan. Zijn reactie is dus heel begrijpelijk.
De actievoerende ouders vinden een gewillig oor bij provincie, gemeente en inspecteur Beliën. De provincie stelt wel als voorwaarde dat de op te richten school zo goedkoop mogelijk gehouden moet worden. Daarom laat de gemeente haar oog vallen op een bestaand gebouw in de Dekanijstraat, nu nr. 14.
In 1907 is dit gebouwd als exercitielokaal voor de landstorm, tegelijk met een dienstwoning voor de dorpsveldwachter. In het bouwbestek staat vermeld dat hiervoor grotendeels afgebikte stenen zijn gebruikt. Alleen de bogen boven de ramen en de banden in de gevels zijn van nieuwe stenen gemetseld. Volgens A. Coppelmans, tegenwoordige bewoner van het veldwachterhuis, zijn die afgebikte stenen afkomstig van de, in 1904, ingestorte kerktoren.
Er wordt een (ver)bouwtekening gemaakt en vlot goedgekeurd door de gemeente en Inspecteur Beliën. Vanuit de provincie komt evenwel nog bezwaar. Het gebouw ligt te dicht aan de straat, zelfs te dicht bij de huizen aan de overkant. Als de ramen aan de straatkant verplaatst worden naar de oostkant slikt de provincie haar bezwaren verder in.
Behalve uit een leslokaaltje van 5.50 m. bij 6.00 m. bestaat de hele school uit een halletje en een ruimte met 2 privaten en een urinoir. De werkkant (de bordkant) komt aan de straatzijde omdat de lichtinval van een schoollokaal altijd aan de linkerkant van de leerlingen moest zijn. Er wordt zo voortvarend gewerkt dat half April 1925, als in Spoordonk en Straten het katholieke onderwijs begint, ook 't kleine openbare schooltje in de Dekanijstraat haar poort kan openen. Hoofd van de school en tevens enige betaalde leerkracht wordt...Piet van Heeswijk. Waarschijnlijk is de benoeming onderling geregeld, want van een sollicitatieprocedure zijn geen gegevens te vinden.
Anna Kneepkens-Motmans eerder onderwijzeres aan de openbare school in Straten, maar ook gepasseerd door het kerkbestuur, komt onbetaald assisteren. Dat juffrouw Motmans niet meer voor een benoeming in Straten in aanmerking kwam lag voor de hand. Immers zij was getrouwd en een getrouwde vrouw voor de klas was toentertijd nog taboe in het katholieke onderwijs. Heel druk zullen deze 2 leerkrachten het niet gehad hebben, want de hele school bestond uit zegge en schrijve 9 kinderen, waarvan meer dan de helft van Piet van Heeswijk zelf. Dit is voor meester van Heeswijk, na 14 jaren hoofd van een school te zijn geweest, een grote stap terug. Vermoedelijk is het daarom dat hij in 1927 ontslag vraagt om opnieuw te beginnen in West-Indië. Op 16 September krijgt hij dat ontslag en op 24 september 1927 vertrekt hij met zijn gezin naar Curacao om daar hoofd van een school te worden. Bij dat vertrek neemt hij wel vijf van de negen leerlingen mee. Vier kinderen resten nog in de Dekanijstraat. Het ligt voor de hand dat de gemeente 't schooltje zo gauw mogelijk wil sluiten.
J.van Rooy -Nederduits predikant- C.Soethout en A.van de Werf dienen meteen bezwaar in. Na een onderzoek naar mogelijke toekomstige leerlingen wordt dat bezwaar verworpen. De school zal gesloten worden op 1 Januari 1928 met als voorwaarde dat het gebouw beschikbaar moet blijven voor eventueel weer in te voeren openbaar onderwijs. De 3 ouders gaan meteen weer in hoger beroep. Ondertussen zal er van September tot Januari toch nog een tijdelijke leerkracht benoemd moeten worden. Op de advertentie komt maar een gegadigde. Het is de 18- jarige Oirschotse Adriana Vogels. Inspecteur Beliën vindt het vreemd dat er maar een persoon gereageerd heeft, terwijl er zoveel wachtgelders te boek staan. Hij adviseert de gemeente om Mevr. Kneepkens- Motmans te benoemen. Zij immers heeft al aan de school geassisteerd. Waarom geen van de twee Oirschotse vrouwen benoemd wordt, maar iemand uit Meerssen in Zuid-Limburg, is volkomen onduidelijk. De 28-jarige M. van Gils - oud-hoofd van een meisjes- school - krijgt de baan. Ondertussen loopt nog steeds het hoger beroep tegen sluiting van de school.
Juffrouw van Gils wacht het resultaat daarvan niet af en begint meteen naar een andere, vaste, baan uit te kijken. Al gauw krijgt ze die. Ze neemt ontslag en op 27 December vertrekt ze naar Wassenaar. Tegelijk met de juffrouw verlaten ook de 4 laatste leerlingen de openbare school in de Dekanijstraat. Ze sluiten zich aan bij een van de andere Oirschotse scholen. Hiermee valt voorlopig het doek over het openbaar onderwijs in Oirschot.
In de loop van 1928 valt nog wel de uitspraak van het hoger beroep in de bus . Die luidt: De gemeente heeft 't recht de school op te heffen.
In 1931 dienen enkele ouders opnieuw een verzoek in om het openbaar onderwijs terug te krijgen in Oirschot. Er zijn weer 9 schoolgaande kinderen en de vooruitzichten voor nog meer leerlingen zijn aanwezig. Bovendien wil de familie Mans uit Oostelbeers haar kinderen ook best naar Oirschot sturen. De Protestantenvereniging, "de Meyerij" afdeling Oirschot ondersteunt het verzoek van de ouders. Vermoedelijk is dit verzoek afgewezen. Er zijn tenminste geen gegevens over de afloop te vinden.
Bronnen:
Streekarchief, Oirschot.