Kunst en cultuur - Beeldende- en muzikale kunst (1923)  

Feestcultuur in Oirschot 1946-1994

Bogaart-Vugts, H. van de.
Van den Herd 1999-2000

Vergroot beeldmateriaal

Kermis en Vastenavond zijn van oorsprong kerkelijke feesten. Tijdens de kermis wordt de kerkwijding gevierd en met Vastenavond of carnaval bereiden katholieken zich voor op de vastentijd, die voorafgaat aan Pasen.

Inhoud

  1. Kermis en jaarmarkt
  2. Vastenavond en carnaval
  3. Nationale feestdagen

Kermis en jaarmarkt


Kermis is van oorsprong een kerkelijk feest. Het woord is een verbastering van 'kerk-mis', de viering van de wijding van een kerk. Niet alleen de eigen parochianen vierden dat feest, maar het was een jaarlijkse grote reünie van al degenen, die ook maar iets met de betreffende parochie te maken hadden. Dit trok natuurlijk handelaren en zo werd kerkmis tevens de dag waarop de jaarmarkt werd gehouden. Deze verbinding van kerkmis en jaarmarkt blijkt nog uit sommige benamingen zoals de Sint-Jansmarkt in 's-Hertogenbosch en de Sint-Hubertusmarkt in Gulpen. Ook in het Duits komt deze relatie nog duidelijk naar voren: 'messe' betekent niet alleen mis, maar ook jaarmarkt of jaarbeurs.

Na de Hervorming werden er door de wereldlijke overheid geen jaarmarkten meer verleend op kerkfeesten. Vanaf die tijd ontstond het verschijnsel van puur wereldlijke vee- en goederenmarkten.
De attractiekermis is pas sinds de 16e en 17e eeuw in de steden opgekomen. Naarmate de technische revolutie vorderde werden de vermakelijkheden daarvan steeds fantastischer en makkelijker vervoerbaar, zodat ze ook in afgelegen streken de traditionele boerenkermissen hebben verdrongen.
Sinds 1556 viert Oirschot zijn kerkmis op de laatste zondag in september. Daarvoor vierde men die hier op zondag na het feest van de H. Bartholomeus (24 augustus). Praktisch kwam het erop neer, dat de viering samenviel met de oogsttijd. Om die reden richtte het kapittel een verzoek aan de bisschop van Luik, die op 8 mei 1556 toestemming verleende om de kerkmis voortaan te vieren op de laatste zondag van september.

De jaarmarkt, die verbonden was aan de kerkmis is kennelijk ook in Oirschot met de hervorming verdwenen, want in 1615 wordt hiervan geen melding meer gemaakt. In dat jaar begon 's-Hertogenbosch een proces tegen Oirschot (en andere plaatsen in de Meierij) om de jaarmarkten in de dorpen te verhinderen.
Toch was in 1946 in Oirschot de kermis wel verbonden met een veemarkt: op dinsdag voor koeien en varkens en op woensdag voor paarden.
In 1949 werd voor het laatst melding gedaan over de traditionele fok-veedag op kermisdinsdag: deze werd minder druk bezocht dan anders. De paardendag op woensdag ging nog wel door, maar ook daar taande in 1960 de belangstelling. Veel paarden werden door tractoren vervangen. In 1965 werd ook deze traditionele markt afgelast vanwege te geringe deelname.

De eerste kermis na de oorlog in 1946 werd aldus beschreven: "Voor ons was het alweer een gewone, maar toch drukke, gezellige kermis. (..) Zelfs Maandag- en Dinsdagavond, andere jaren wel eens "dun bevolkt" waren druk. En op Woensdagavond, als bijzondere attractie, verscheen de reus uit Rotterdam." De kermis bestond uit een gooi-kraam, kindermolen, zweef, schommels, schiettent, knikkerspel, speelgoedtent, oliebollenkraam, autoscooter, hobbelmolen, ponymolen en het Lunapark (van H.Hachmang). Bij de haven waren twee grote danstenten opgezet. Het was gebruikelijk dat tijdens de kermis niet in bestaande gelegenheden werd gedanst tot in 1965: "Deze keer geen aparte danstent, maar op deze dagen dansgelegenheid in Zaal Elshof, iedere avond van 6-10 uur." Als speciale attracties werden genoemd voetballen op zondagmiddag, op maandagmiddag volks- en reidansen van Jonge Boerenstand en Boerinnenbond, op dinsdag de veefokdag en op woensdag motorwedstrijden of -demonstraties van de Motorclub MCO, waarvoor erg veel belangstelling was (ca 1300 man). De harmonie en (vanaf de oprichting in 1948) ook de fanfare in Spoordonk trokken ieder door hun eigen kern en organiseerden een loterij met een Rad van Avontuur (in Spoordonk verloting van taart en krentenmik).

In Spoordonk is het twee weken na Oirschot kermis en alleen op zondag. Er werd daar niet gesproken over attracties, wel werden er sportdemonstraties en -wedstrijden gehouden door de rijvereniging, gymnastiek door de afdelingen van jonge boeren en volksdansen door de boerinnen. Na het Lof om half twee werden de deelnemers door de fanfare naar het sportterrein gebracht. De opbrengst was voor een goed doel. Tot slot werd door allen, ook door toeschouwers, de "sevensprong" gedanst. In 1958 werd de kermis in Spoordonk een week uitgesteld in verband met het overlijden van Z.H.de Paus.
Dit was mogelijk omdat er ook nog geen attracties waren (afzeggen hiervan zou waarschijnlijk te grote financiële consequenties hebben). Van 1968 tot 1974 worden tijdens de kermis skelterraces t.b.v. het vakantiewerk van de gehandicapten uit de regio gehouden. In 1974 was de Spoordonkse kermis, die in het teken stond van de plaatselijke fanfare, uitgebreid naar twee dagen, in 1993 naar drie.

Enkele buurtschappen vierden hun eigen kermis. Zo werd in 1953 ter gelegenheid van de Notelse kermis een sportdag gehouden door de jonge boeren en boerinnen met gymnastiekoefeningen, atletiekwedstrijden, afgewisseld door "dansjes van de boerinnekes en ruiterdemonstraties zoals stoelenrace, appelhappen enz." In latere jaren werd deze kermis niet meer vernoemd. Wel de kermis van de Oude Grintweg bij het café van Mieke Vingerhoeds, die nog lang bestond in de vorm van een danstent.

In 1948 was het gebruikelijk dat gedurende de vier dagen van de kermis het werk stil lag en bijna iedereen vakantie had. De kermis begon na de Hoogmis, voor veel mannen in het café met een "klare" en voor moeder een "boerenjongen." In en buiten het gezin werd kermis gevierd. De moeders zorgden voor extra hapjes. Veel andere ontspanning had men niet want: "Het is goed zich in deze dagen op gepaste wijze te ontspannen. Tegenover een heel jaar van werken is vier dagen van ontspanning niet te veel.(..) Vroeger ontaardde de kermis overwegend in braspartijen, waartegen vooral de kerkelijke overheid in die tijd ernstig moest waarschuwen. Tegen een waardige kermisviering bestaan geen bezwaren. Laten wij zorgen voor een kermisviering van goed gehalte, overeenkomend met onze Brabantse Katholieke degelijkheid."

Tijdens de kermis vindt het traditionele koningschieten van de gilden plaats: op kermismaandag op de oneven jaren door Sancta Barbara en op kermisdinsdag op de even jaren door St.Sebastiaan.

Kermis was aanvankelijk een volksfeest voor jong, maar vooral voor oud. Een opmerkelijke verandering na de Tweede Wereldoorlog betrof de toename van het kindervermaak op de kermis. Voorheen kon er nauwelijks gesproken worden van specifieke kinderattracties en lieten jong en oud zich in een mallemolen ronddraaien. Nog in 1959 vroeg en raadslid in de gemeenteraad op de volgende kermis een attractie te plaatsen voor de jeugd van 10 tot 15 jaar, b.v. een cake-walk.

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Harmonie Arti et Amicitiae organiseerde deze een Kermesse d'été van 26.6 t/m 29.6 1948. Of de jaren hierna dubbel telden is niet duidelijk, maar vijf jaar later in 1953 organiseerden ze weer een Kermesse d'été, nu ter gelegenheid van het 110-jarig bestaan! Vanaf ca. 1960 ging de harmonie jaarlijkse een zomerkermis organiseren ten behoeve van haar kas. Deze kermis kreeg van de redactie aanvankelijk dezelfde aandacht als de 'grote' kermis. Na 1970 werd de redactionele aankondiging van de zomerkermis vervangen door een advertentie.

In 1954 startten de middenstanders met een kermisactie: bij aankoop van elke gulden ontving men een bon, die inwisselbaar was tegen entreebewijzen. In dat jaar werd de kermis getypeerd als "het moderne volksfeest van het ogenblik", maar tevens werd erop gewezen: "Ken de maat van Uw plezier!" Ondanks deze oproep bleef kermis een roerige tijd want ook twee jaar later werd er weer gewaarschuwd tegen de excessen, hoewel men weet "dat ook zijn waarschuwingen niet zullen helpen en er de volgende week langs de straten toch weer ergerlijke taferelen zullen afspelen." Dit bleek echter te pessimistisch, want na afloop constateerde men dat er geen wanklanken waren geweest. Vroeger werden uit de hele omgeving politie-agenten opgeroepen om de orde te bewaren. Eind jaren '60 verliepen de kermissen dermate rustig, dat dit niet meer nodig was.

Dat ook de kermisexploitanten zelf trouw aan de kermis in Oirschot zijn, werd in 1955 bewezen toen de familie Hoefnagels, de exploitant van de draaimolen, de schommels en meestal ook de cake-walk, voor het vijftigste jaar met zijn 'spullen' in het dorp kwam. (In 1905 voor de eerste keer met een mallemolentje, getrokken door een paard met daarbij een draaiorgeltje, het geheel verlicht door petroleum- en later carbidlampen). Om dit heuglijke feit te vieren werd de familie door de harmonie en een speciaal feestcomité afgehaald en met muziek naar de Markt gebracht. Hier werden zij gehuldigd door de E.A.Heer Burgemeester, die namens de gemeente een cadeau overhandigde, en de aalmoezenier van de Bond van Kermisexploitanten. Daarna werd het feest in besloten kring voortgezet in de danstent, waarvoor ook een groot aantal Oirschottenaren waren uitgenodigd.
De familie Hoefnagels bleef tot 1966 met haar attractie de Oirschotse kermis bezoeken. Ter gelegenheid van het feest begon de kermis voor het eerst op zaterdag (met gratis kermispret voor de jeugd van 3-6 uur). In de jaren hierna werd de kermis voortaan op zaterdagavond feestelijk geopend door de Harmonie.

In 1959 verscheen ter gelegenheid van de a.s. kennis een artikel over kermisviering in het zuiden. Daarin werd het betreurd dat er tegenwoordig "elke gelegenheid moet worden aangegrepen om een kermis op te richten, hetgeen wij teveel van het goede noemen, hetgeen meestal ook niet pakt, omdat bij de [jaarlijks terugkerende kermis-] cyclus de traditie meespreekt en zelfs onmisbaar is."

Na afloop van de kermis in 1965 was alles weer verlopen als andere jaren, maar "Toch is een tendens waarneembaar dat een achteruitgang zich zichtbaar aan het voltrekken is ten koste van de carnaval. In vroeger jaren zag men rond elf uur slierten hossende en dansende mensen door de straten trekken. In de vier dagen heb ik maar één keer een ouderwets kermistafereel gezien. (..) Dubbeltjespot en vakantiegeld zullen meer en meer hun weg vinden naar vakantietrips en het nog meer dolle carnavalsfeest." Deze toon werd ook het volgende jaar voortgezet: "Voor Kijker is de kermis nog altijd een dusdanig feest, dat hij er 'n weekje vakantie aan waagt en hij kan er direct aan toevoegen (..) er geen moment spijt van te hebben gehad".
Als zondags vanaf de kansel ons er nadrukkelijk op gewezen wordt om toch maar veel plezier te maken (natuurlijk in gepaste stijl, dat kan in Oirschot ook niet anders), waarom zouden wij het dan niet doen. Toch wel een heel verschil met vroeger.
Kijker kan zich nog goed herinneren dat van diezelfde kansel in een bepaalde lokaliteit de dansvloer als een bodem van de hel werd afgeschilderd.
Dit is gelukkig nu voorbij en het feit dat wij het ons op aarde gezellig moeten maken, is een hele vooruitgang in de hernieuwde leer, vooral als het feest van kermis voor de deur staat (..). Het begint met de jaarlijks terugkerende gebeurtenis van het "dubbeltjespot lichten.(..)" Met name de zondagmiddag werd gezien als een mooie gelegenheid voor oud-Oirschottenaren om in hun geboortedorp elkaar weer te ontmoeten tijdens de kermis.
Ook in 1970 constateerde men dat de jeugd steeds meer "waar eens de ouderen hoogtij vierden" de overhand krijgt op de kermis. Het jaar daarop werd ergernis geuit over verkwisting en vernieling.
De rustige dinsdagmiddag werd vanaf 1980 benut om dan een kermis voor de bejaarden te organiseren door een actiecomité en de Carnavalsvereniging 65+ in samenwerking met de kermisexploitanten. Ze mochten gratis gebruik maken van alle evenementen. Ongeveer 280 bejaarden bezochten deze kermis. Dit gebruik werd in de volgende jaren voortgezet en uitgebreid met de gehandicapten. In 'Het Jaar voor de Ouderen 1993' wilde men een extra cachet aan deze middag geven en werden de ouderen verzocht in oude klederdrachten naar de kermis te komen.

Mocht de betekenis van de kermis voor Oirschot gaan afnemen, in Spoordonk werd door de organiserende Fanfare Concordia vanaf 1991 bewust gewerkt aan modernisering van de opzet "met handhaving van de typisch traditionele elementen." Men betreurde het hier dat de traditionele start van de kermis met een Hoogmis niet meer mogelijk was omdat de parochie de pastoor moet 'delen' met Oirschot. Vooral de taartenloterij was als oude traditie in stand gebleven. Vroeger werden er non-stop taarten verloot; nu was gezorgd voor meer muzikale afwisseling en attracties voor de kinderen. Kermis werd nog steeds gezien als "een echt familiegebeuren waar iedereen elkaar ontmoet."

De berichtgeving met betrekking tot de appreciatie van de kermis hinkte op twee gedachten. Enerzijds werd er herhaaldelijk op gewezen dat kermissen vroeger vaak uit de hand liepen en de politie moest ingrijpen om de orde te handhaven.
Toen midden jaren '60 de kermissen wel ordentelijker verliepen maar een teruggang in belangstelling geconstateerd werd en men het betreurde dat jongeren de plaats van de ouderen innamen bij het kermisvieren, werden anderzijds nostalgische beelden opgeroepen van een gezellig dorpsfeest, waaraan vooral de ouderen hun ontspanning ontleenden. De danstenten verdwenen in de jaren zestig en het dansen verplaatste zich naar danszalen en cafés. De teruggang in de belangstelling voor de kermis in de jaren '60 werd geweten aan buitenlandse vakanties en carnaval. Gold de kermis aanvankelijk vooral als een voorname bron van ontspanning voor de volwassenen (tot ca.1955 was het niet algemeen gebruikelijk om met vakantie te gaan), ca.1970 hebben de jongeren de overhand gekregen. Vanaf 1980 werd een speciale middag georganiseerd voor de ouderen.
Kermis in Spoordonk en enkele buurtschappen was aanvankelijk vooral een sportfeest voor en door de jongelui in de gemeenschap. Later kwamen hier in Spoordonk ook enkele attracties voor de kinderen bij.

Vastenavond en carnaval
In de eerste jaren na de oorlog werd er in Oirschot nog geen 'carnaval' gevierd. Hoogstens was sprake van een sobere voortzetting van de viering van 'vastenavond', dat voornamelijk bestond uit het rondgaan van kinderen na schooltijd met de rommelpot onder het zingen van 'k Heb gezongen en niks gehad; snij maar een stuk van 't verreke z'n gat!" Na 1950 werd ook dit rommelpotten niet meer vernoemd. Toch stelde men enige activiteit met deze dagen wel op prijs, want toen de Boerinnenbond in 1948 voor de dames van de parochie een toneelstuk opvoerde, merkte men op "Gelukkig maar, anders was er helemaal niets te doen geweest" en geconstateerd dat het voor 'n grote plaats als Oirschot jammer was dat er niets te doen was, al was het alleen maar 'voor de jeugd van rond de twintig'.

De kerk preekte geen positieve houding ten aanzien van carnaval: "Terwijl de wereld zich op Zondag Quinquagesima te buiten gaat aan uitspattingen bij het vieren van de z.g. `Carnaval',(..). Vooral door hen, die dit aardse leven beschouwen als het laatste van alles en niet geloven aan het Eeuwig Leven hiernamaals, wordt juist in deze 'Vastenavonddagen' op de meest uitzinnige wijze geleefd. Helaas gebeurt dit ook door ons, Katholieken."

In 1950 worden er op maandagmiddag in alle cafés verkoopdagen gehouden. Men kondigde deze aan met de mededeling dat men hiermee 'een oud gebruik uit het grijze verleden' herstelde, dat bij de ouderen nog als bekend verondersteld werd. In de daaropvolgende jaren werden hierover echter geen meldingen meer gedaan. Wel werden later incidenteel nog enkele rommelmarkten georganiseerd, in 1978 door de Olliedonkers en in 1982 startte Carnavalsvereniging (CV) Rond de Mèrt deze traditie weer.
Dat jaar ging de harmonie dansavonden organiseren op Vastenavondzondag ten bate van haar kas, het eerste jaar alleen op zondag, maar al het volgende jaar kwam daar ook de dinsdagavond bij (aanvang 18.00 uur, toegang fl .--, leeftijd 18 jaar).

Omdat "Vastenavond voor ons Brabanders niet denkbaar [is] zonder de traditionele oliebollen" startten in 1952 de verkenners met de verkoop van oliebollen (p.st 10 ct.), een traditie die ze met een kleine onderbreking in 1960 (wegens gebrek aan werkkrachten en voldoende outillage) zouden voortzetten tot 1965. Pas in 1982 werd deze traditie weer in ere hersteld, nu door de Scouting (p.st. 35 ct.).

In de beginjaren '50 werden geen Vastenavondactiviteiten aangekondigd met uitzondering van een toneelstuk door de Boerinnenbond in 1953, waarvan de opbrengst voor een deel ten goede kwam van het Nationaal Rampenfonds (voor de watersnood).
Vanaf 1954 gingen ook enkele andere verenigingen bals organiseren. In dat jaar werd ook voor het eerst in de berichtgeving over de activiteiten het woord 'Vastenavond' vervangen door 'carnaval' (eerder werd 'carnaval' in de plaatselijke berichtgeving alleen gebruikt in religieuze context).
Het voortouw in de carnavalsviering werd genomen door de RKJM, die in 1956 voor de eerste keer een bal met Prins had. Het jaar daarop stelde de RKJM haar bal ook open voor leden van de hockeyclub en in 1958 "heeft zij het aangedurfd, geheel Oirschot in de gelegenheid te stellen, eens een keer uit de plooi te komen. Op zondag, maandag en dinsdag is dan ook eenieder, die gekostumeerd verschijnt, welkom (..)" In 1959 werd de eerste grote poging ondernomen de bevolking bekend te maken met het 'verschijnsel' carnaval. Er verscheen een groot artikel: "iets nieuws voor Oirschot! Er komt een echte Oirschots Karnaval voor geheel Oirschot! Nieuw en origineel van opzet! In de komende weken zullen regelmatig communiqués verschijnen van het Oirschotse Karnaval-Komité, dat reeds weken lang aan het werk is en waar vele organisaties in vertegenwoordigd zijn en dat werkt onder voorzitterschap van kandid. notaris H.Claassen. Alle stands- en jeugdorganisaties hebben zich in principe achter deze grote aktie geplaatst. Alle plannen hebben bovendien de goedkeuring van de geestelijkheid en de Edelachtb. Heer Burgemeester." In de volgende uitgave kwam hierop een rectificatie want "Men zou er nl. uit kunnen lezen dat de geestelijkheid van Oirschot dë plannen officieel zou hebben goedgekeurd en (dus) het initiatief zou steunen. Dit is niet juist (..). De geestelijkheid gaf toen te kennen, tegen die opzet geen bezwaar te hebben, zonder zich evenwel vóór de plannen uit te spreken (..)." Desalniettemin werd 14 dagen later dikgedrukt vermeld: "1959 zal de geschiedenis ingaan als het jaar, waarin Oirschot voor het eerst zijn eigen Karnaval vierde (..) Er kwam nog geen optocht, want "Oirschot zou dat niet eens kunnen betalen." Wel was er een Prins Carnaval met Raad van Elf en een hofhouding, maar geen overhandiging van de sleutel. De feestelijkheden begonnen na beëindiging van de diensten in de kerk. Kennelijk was de bevolking onbekend met de wijze waarop carnaval gevierd 'behoord' te worden, want in een uitgebreid artikel gaf het Comité haar visie (met zelfs kledingadviezen): (..)"Je hebt wel begrepen, dat een feest van Katholieke oorsprong en met een Katholieke inslag bepaalde eisen stelt aan de vierder. En je zult wel hebben ingezien dat echt niet alles mag met Karnaval (..)" Zij rechtvaardigde haar inspanning om carnaval in te voeren in een plaats "waar voordien geen Carnavalsviering bestond" met de motivatie dat men "In een tijd, toen de trekschuit nog moest worden uitgevonden" reeds de behoefte bestond eens anders te kunnen doen dan men het hele jaar gedwongen was te doen. "Hoeveel groter is die behoefte in onze tijd, nu wij allen min of meer krampachtig leven, ons anders voor moeten doen dan we zijn of willen zijn, verstrikt zijn in de conventies ener moderne maatschappij, zoals de redenaar zou zeggen." Bovendien was men van mening dat men nergens zo goed carnaval kon vieren als in zijn eigen plaats. Ook in 1960 bruiste het nog van de activiteiten. Streekbelangen kwam zelfs met een speciaal carnavalsnummer. CV 'De Muggenblussers' werd opgericht en een Prinsenbal, een Inhuldigingsbal en een Oudewijvenbal georganiseerd. Maar in de daarop volgende jaren was de berichtgeving aanzienlijk minder. Wel startte de Mater Amabilisschool (MAS) met een carnavalsbal, dat lange tijd een traditie was, en nam in 1961 o.a. de kapelaan het initiatief om ook voor teenagers van 13 t/m 17 jaar een carnavalsavond te organiseren in het parochiehuis.
Ondanks deze inspanningen constateerde men in 1963 dat "Pogingen, die enige jaren geleden werden ondernomen om te komen tot één 'groot' en algemeen Oirschots carnavalsfeest bleken te mislukken." Men merkte op dat, hoewel er hier niet gehost werd zoals in Maastricht, Venlo en Den Bosch, ook Oirschot toch niet geheel aan het carnavalsgebeuren ontkwam. "Vooral de jongere generatie voelt er telkenjare meer voor." In het overzicht van wat er tijdens de carnaval te doen was, is te zien dat verschillende instellingen hun eigen carnaval vierden: de KJM, de MAS, Tieneravonden (organisatie van kapelaan overgenomen door Vakantie Jeugdzorg) en de Kath. Onderwijzersbond (die hiervoor haar leden met de bus afhaalde om carnaval in Middelbeers te gaan vieren). Daarnaast organiseerden diverse caféhouders eigen bals. Verschillende keren schreef men dat verkleden niet verplicht was, maar wel op prijs werd gesteld. Degenen die niet van de carnavalsdrukte hielden maar toch wel eens uit wilden, werd geadviseerd eens gezellig naar de film te gaan.

In 1964 werd het eerste Halfvastenbal aangekondigd, ook weer georganiseerd door de RKJM. In 1965 waren "In vergelijking met de laatste jaren (..) de carnavalsactiviteiten ter plaatse toegenomen. In alle danszalen worden op die drie avonden carnavalsbals georganiseerd en ook enkele verenigingen storten zich in het carnavalgewoel." Het overzicht van wat er zoal te doen was, vertoonde echter weinig verschil met voorgaande jaren en was alleen langer omdat nu de activiteiten per gelegenheid (8, incl. de bioscoop) gepresenteerd werden. Ook werd nog attent gemaakt op de televisie-uitzending van Toon Hermans.

In 1965 namen ook in Spoordonk de gezamenlijke verenigingen het initiatief om "over te gaan tot een grootse carnavalsviering." Er werd een comité gevormd met als doel in de loop van enkele jaren te komen tot een volledige carnavalsvereniging. Het comité motiveerde haar inspanningen met "Carnaval is bijzonder geschikt om het saamhorigheidsgevoel in een gemeenschap te bevorderen." Dit jaar kon wegens tijdgebrek nog niet veel georganiseerd worden. Wel was met de eigenaar van De Merode' overeengekomen dat deze gratis zaal en muziek beschikbaar zou stellen voor gekostumeerde bals, maar kostumering was niet verplicht. In 1966 begon een Raad van Elf met de organisatie van carnaval in Spoordonk onder de naam 'De Olliedonkers' en in 1968 kregen zij hun eerste Prins.

Eerder in januari was in Oirschot weliswaar een groep mensen door de voorzitter van de VVV geïnstalleerd onder de naam 'De Houtwurmen' om Oirschot te vertegenwoordigen op het carnavalsbal van de agglomeratie Eindhoven, maar pas in december werd deze carnavalsclub officieel opgericht (45 leden, voornamelijk uit de RKJM) en op 12 januari 1966 werd hun eerste Prins Meutel I en zijn Raad van Elf geïnstalleerd. Deze prins uit Den Haag afkomstig, was speciaal aangezocht om het carnaval een nieuwe impuls te geven en beloofde "de Oirschotse carnaval naar beste kunnen te zullen leiden met de verzekering dat het een fijn feest moet worden dat Oeteldonk en Limburg in de schaduw stelt."
Toen het carnaval in 1966 begon, waren deze twee carnavalsverenigingen officieel een feit, de Houtwurmen in Oirschot en de Olliedonkers in Spoordonk. Zij stelden zich als doel een nieuwe, georganiseerde impuls te geven aan de uitbreiding van de activiteiten. Er kwam een officiële ontvangst in de raadskelder, waar de burgemeester de sleutel van het dorp overhandigde aan Prins Meutel I.
De prins ging bezoeken brengen aan de feesten van de KJM, de jeugd en aan het bejaardentehuis. Er kwam een officiële afsluiting van carnaval met verbranding van een stoel of pop. In Spoordonk werd op maandag voor het eerst een kinderoptocht georganiseerd, die een groot succes was.

"Omdat de meningen over het achter ons liggende carnaval nogal verdeeld zijn" gaf Kijker zijn visie hierover: in het begin sceptisch, maar gezien de nieuwe aanpak had hij toch twee snipperdagen eraan gespendeerd, had veel bewondering voor de inzet en snelle aanpassing van de nieuwe Prins, de kinderoptocht in Spoordonk was een openbaring. "Samenvattend mag gezegd worden dat Oirschot een goede beurt heeft gemaakt met de hernieuwde poging iets van carnaval te maken. Beide kerkdorpen op de weegschaal leggend meen ik, dat de schaal iets naar Spoordonk overslaat. Want in die eensgezinde gemeenschap is letterlijk alles op de been. In Oirschot zelf was het beter dan andere jaren, wat wil zeggen dat we op de goede weg zijn. Heel graag zou ik zien dat onze agrariërs en werknemers er nog meer in worden betrokken(..)"

In verschillende zalen en cafés werden door beide verenigingen ook Halfvastenbals, 11-11-bals en Prinsenbals georganiseerd.
De jaren hierna werd een overzicht gegeven van de activiteiten van de Houtwurmen, de Olliedonkers, de KJM, de 'Tieners en de Jeugd', en de gehuwden (De Vergeten Groep') waarin maar enkele uitbreidingen waren, waaronder vanaf 1967 de kinderoptocht in Oirschot en de uitgave van een carnavalskrantje in Spoordonk.
Tot en met 1968 stonden voor slechts drie dagen activiteiten gepland. In 1969 werd een aarzelend begin gemaakt met uitbreiding tot de zaterdag door het opnemen van het MAS-bal in het programma van de Houtwurmen en een kindermiddag, georganiseerd door de Olliedonkers. In 1969 gaf Kijker weer zijn mening: "De meeste mensen menen dat er dit keer een flinke sprong is gemaakt naar het echte open carnaval en daarvoor zijn wel enkele oorzaken aan te wijzen. Allereerst het feit dat de Prins dit jaar iemand was uit de eigen plaats (..). Op de tweede plaats stond achter de Prins een vaardig bestuur en Raad. (..) En dat alles ondanks de tegenvaller van het slechte weer.(..) Het bejaardenfeest vormde weer een hoogtepunt.(..) Ook het "dweilen" was dit jaar veel beter en veelvuldiger (..)" Vanwege het slechte weer werd de kinderoptocht uitgesteld tot Halfvasten.

Vóór carnaval 1970 werden verschillende nieuwe CV's opgericht: 'De Zandkneuters', 'De Draken', 'De Dweilers' en de '65+-ers' (prins van 80 jaar en 200 leden). De initiatiefnemer van het carnaval in Oirschot, de KJM, verdween als aparte organiserende vereniging uit de programmering, omdat de leden, die actief waren met betrekking tot carnaval, 'overgingen' naar carnavalsvereniging De Houtwurmen. De Houtwurmen en Olliedonkers organiseerden als grootste CV's voor het eerst een grote optocht resp. in Oirschot op zondag en Spoordonk op maandagmiddag.
De versnippering, die dreigde door het toegenomen aantal CV's, werd in 1974 ondervangen door het oprichten van de Stichting Carnavalsfederatie 'Skon Orre Gat' (SOG) met als doel: het organiseren van de optocht, carnavalsfeesten voor kinderen, bejaarden, zieken en instellingen, de uitgave van een carnavalskrant en het verschaffen van ruime voorlichting over al dit soort activiteiten. De federatie had vooral voor de Oirschotse inwoners (en m.n. industrie en middenstand) het voordeel dat ze maar één keer werden benaderd voor een bijdrage. Het stichtingsbestuur hoopte dat deze stroomlijning ertoe zou bijdragen, dat er méér geld dan in de vorige jaren ter beschikking zou komen, zodat de carnavalsviering wat groter opgezet kon worden. Ook werd voorgesteld om voortaan gezamenlijk prinsenreceptie te houden, omdat de afzonderlijke prinsenbals voor enkele verenigingen nogal zware verplichtingen met zich meebrachten. Dit werd vooralsnog geen succes want al in 1976 stonden weer afzonderlijke Prinsenbals aangekondigd. Pas in 1979 werd het eerste Federatiebal gehouden, waarbij de Oirschotse Prinsen zich gezamenlijk aan het publiek voorstelden. Ondanks diverse pogingen ook de Olliedonkers te laten toetreden tot de Federatie, gaven deze er de voorkeur aan zelfstandig te blijven. De kosten van de Stichting SOG werden gedekt door de oprichting van de 'Club van Honderd', een geselecteerd aantal mensen dat werd verzocht per jaar f 100.-- t.b.v. het carnaval te storten. Daarboven werd op de gemeentebegroting voor 1976 een bedrag van f 500.-- opgenomen voor SOG en f 250.-- voor de Olliedonkers (ter vergelijking: Harmonie Oirschot f 3325.-- en Fanfare Spoordonk f 2000.--).
SOG zette de carnavalsviering 1975 in met een Eucharistieviering om 18 uur in de St.Pieter, waarbij Prinsen en Raden van Elf van de Oirschotse carnavalsverenigingen in vol ornaat zouden verschijnen en waarbij iedere carnavalsvierder van harte welkom was.
Pastoor Jilesen, die dit gebruik instelde, gaf te kennen hiervan een jaarlijkse traditie te willen maken. Tot op heden zijn deze missen (met een jaar onderbreking vanwege de Golfoorlog) nog een onderdeel van de carnavalsviering in Oirschot.

Inmiddels waren in 1970 de Houtwurmen gestart met zeer succesvolle zittingsavonden, waarop tonpraoters optraden en het Oirschotse carnavalslied gepresenteerd werd. Deze activiteit werd in 1982 overgenomen door de over een grotere accommodatie beschikkende Zandkneuters, toen door interne moeilijkheden de Houtwurmen ophielden te bestaan.
In 1977 werd de route van de optocht ingekort waardoor de kinderen samen met de grote optocht kunnen meelopen. Er werd een oproep gedaan aan alle tieners om ook mee te doen. In Spoordonk ging de kinderoptocht vooraf aan de grote optocht, waaraan voor de eerste keer ook 'buitendorp-se' wagens deelnemen, evenals reclamewagens. Hoewel de verslagen over de optocht in Spoordonk steeds vol lof over kwaliteit en belangstelling spraken, werden de financiële kosten voor de optocht dermate groot, dat in 1981 een kleine vergoeding aan de deelnemers moest worden gevraagd. In datzelfde jaar werd in Oirschot besloten dat elke carnavalswagen (m.u.v. prinsen- en reclamewagens) een vergoeding zou ontvangen.

Dat men zich in 1978 nog bewust was van het feit dat carnaval stoelde op een katholieke traditie met daaraan verbonden gebruiken (o.a. geven voor de armen) bleek uit de actie die SOG voerde voor de Oirschotse missionarissen. Bij de tap of bij de bonnenverkoop in de cafés kwamen bussen te staan, waarin iedereen zijn giften kon deponeren. "In vroeger tijd ging carnaval altijd gepaard met het stellen van goede daden; het stichtingsbestuur van SOG dacht er goed aan te doen dit oude gebruik in ere te herstellen. In 1979 verscheen bij de Olliedonkers een discomiddag op het programma. Tijdens het Jubeljaar 1980 vierden de Houtwurmen hun vijftienjarig bestaan op grootse wijze in aanwezigheid van vele Hoogheden met hun gevolg uit de omgeving. Toch waren er dat jaar moeilijkheden in de stichting. Er was een acute bestuurswisseling en SOG ging verder met drie CV's (Houtwurmen, Zandkneuters en 65+). Er verschenen over de moeilijkheden artikelen in Het Eindhovens Dagblad en SOG koos in 1981 dan ook als carnavalsmotto: 'Geen geroddel, pak maar een borrel'.
Dat de problemen mogelijk gezien moeten worden in het licht van algemeen tanende belangstelling voor carnaval bleek uit het feit dat in juli van dat jaar werd gemeld dat een commissie zich al enige tijd bezighield met het bevorderen van carnaval, met name het straatcarnaval in het centrum. Hieruit ontstond de nieuwe CV 'Rond de Mèrt'. Ook de Houtwurmen meldden dat de roep om 'Carnaval terug op de Markt' niet onopgemerkt voorbij was gegaan. Hun nieuwe bestuur had daarom plannen om weer een `Houtwurmenhor op de Markt te vestigen, maar wegens de hoge kosten van o.a. levende muziek ontbrak een gezonde financiële basis hiervoor. Bovendien ontstonden er intern dermate grote problemen, dat deze club van het eerste uur, ontstaan uit de RUM en initiator van vele carnavalsactiviteiten, ophield te bestaan. Haar 'schaduwvereniging' vanaf het eerste uur de Olliedonkers gingen echter voortvarend door met in het kader van 'Het Jaar van de Gehandicapten 1981' een 11-11-bal te organiseren voor deze groep uit de regio, aan welke middag met veel enthousiasme door plm. 54 kinderen met hun gezinsleden werd deelgenomen. Deze traditie zouden zij ook in de daarop volgende jaren voortzetten.

Ook de SOG werd in 1981 weer "uit het slapende bed gehaald" en "Een oude traditie keert terug met carnaval in Oirschot. Oliebollen!" Er verschenen uitgebreide artikelen over de geschiedenis van SOG, het doel en de activiteiten. Carnaval werd weer nieuw leven ingeblazen. Op 17 november legde SOG haar plannen voor het komende seizoen ter inzage aan alle belangstellenden tijdens een openbare vergadering. Twee jaar later kondigden de Olliedonkers voor het eerst hun jaarvergadering en hun agenda aan.

Nadat al jaren de muziekgezelschappen 'De Stoelenmatters', 'De Dweilers' en 'De Vrije Vogels' tijdens het dweilen hun muziek afzonderlijk ten gehore brachten, werd een 'Zotte Hermeniekes Festival' georganiseerd en in 1984 kwam daar ook een officiële 'Inblaosavond' op vrijdag bij. Het aantal deelnemende muziekgezelschappen was inmiddels uitgebreid met 'De St.Oijassen', 'De Mèrtblaozers' en Deez'ist' (de Dweilers werden niet meer vermeld).
Het carnavalsgebeuren leek verschoven te zijn naar groepering rond deze muziekgezelschappen i.p.v. rond de CV's (m.u.v. de Olliedonkers en Rond de Mèrt). In 1986 had ook het motto van SOG 'Dè zel wè worre mè die Skon Orre' betrekking op het nog steeds groeiende aantal muziekgroepen. Verschillende muziekgezelschappen gingen een eigen programma publiceren. En in 1991 werd in samenwerking met SOG door harmonie Ani et Amicitiae een Concert Carnavalesk georganiseerd.
De CV Rond de Mèrt ging rond 11 november 1984 'Kleintje Karnaval' organiseren met een 'Oirschotse Avond' (centraal punt was de keuze van een eigen carnavalslied voor Oirschot), een Prinsenbal en een Tilaosfestivar.
Hoewel na afloop werd gemeld "Carnaval 1985 was weer geweldig" verscheen er in hetzelfde nummer ook een artikel over dusdanige vernielingen tijdens het Tienercarnaval in het gemeenschapshuis de Enck, dat het feest op dinsdag vroegtijdig moest worden afgebroken. Niettegenstaande dit ook positieve geluiden: "De laatste jaren is het carnaval voor Oirschot aan het opleven" en was er een nieuwe groep die zich wilde inzetten en "hun creativiteit willen uitdragen voor het dorpsplezier in Oirschot." Deze nieuwe groep sloot zich in 1986 aan bij de SOG onder de naam CV De Hofklinkers' en presenteerden hun programma, waarin zij als nieuw element de opvoering van enkele toneelacts door de leden van de Raad van Elf opnamen.
Gezien het feit dat Omroep Brabant een uitzending wijdde aan het teruglopen van de belangstelling voor carnaval ten gunste van wintersportvakanties tijdens de crocusvakantie is het opvallend dat in Oirschot geconstateerd werd: "Met halfvasten terugkijkend is er maar een conclusie te trekken:
ondanks de bittere koude behoort carnaval 1986 in Oirschot tot de topjaren."
Onder auspiciën van de SOG werd op 29.1.1989 de eerste Pronkzitting voor de jeugd tot 12 jaar gehouden in gemeenschapshuis de Enck, waarop verschillende Oirschottenaren optraden. In latere jaren werden de kinderen verzocht zelf op deze middag iets te doen. De kinderoptocht verhuisde weer, nu naar de zaterdag vóór carnaval met na afloop een speciaal jeugd-carnavalsfeest. In deze georganiseerde kinderoptocht liepen 'maar liefst' 99 individuele kinderen in 40 groepjes mee. De optocht in Spoordonk werd met een geschat aantal toeschouwers van meer dan 10.000 met 67 wagens mooier en grootser dan ooit tevoren genoemd. De enthousiaste berichtgeving over de kinderoptocht ten spijt kwam het jaar daarop alweer verandering in de organisatie: ondanks dat "een harmonie of ander orkest jammer genoeg niet [zal] meelopen" organiseerden de Maria- en de Paulusschool ieder afzonderlijk een kinderoptocht.
De Golfoorlog in 1991 was voor de optochtcommissie aanleiding om met dik gedrukte letters te verzoeken geen onderwerpen uit te beelden, die betrekking hebben op deze oorlog.
De kinderoptocht van de Paulusschool werd vanwege de Golfoorlog afgelast. Het afnemend enthousiasme voor carnaval werd door deze gebeurtenis nog verder op de proef gesteld. De berichtgeving met betrekking tot carnaval was ook het volgende jaar weer minder. Toch werd in 1992 weer een nieuwe activiteit ingevoerd: een Karnavaleske Boerenbruiloft.
In 1994 besloot Horeca Oirschot een extra donatie te doen aan de Stichting SOG, met het doel het prijzengeld flink te verhogen. Dit om het bouwen van grote wagens te bevorderen, omdat deze het meeste publiek trokken. In dat jaar kondigde het Jongerencentrum Via Via voor carnaval een themafeest aan rond de familie Flodder. Café St.Marten had op haar carnavalsprogramma op 11 februari Halloween gepland. Over het carnaval in café De Beurs werd gemeld: "Het was er dit jaar gezelliger en drukker dan voorgaande jaren, het was echt een happening zonder wanklanken."

Carnaval in Oirschot is een tamelijk recent verschijnsel. De georganiseerde, openbare viering kwam pas eind jaren vijftig van de grond, in Spoordonk pas na 1966. Het initiatief tot het invoeren van openbaar carnaval werd genomen door de RIUM, waarvoor eerst overleg gepleegd werd met de burgemeester en de pastoor. De laatste stelde zich aanvankelijk gereserveerd op, maar al enkele jaren later nam de kapelaan het initiatief om voor de jeugd carnavalsmiddagen te organiseren. Bij de presentatie van de plannen werd grote nadruk gelegd op de katholieke achtergronden van het feest. Noodzaak tot ontspanning als tegenpool voor krampachtige leven in de moderne maatschappij en mensen in eigen dorp carnaval laten vieren werden als motieven opgegeven. In Spoordonk werd de invoering gemotiveerd met de opmerking dat carnaval een goede gelegenheid bood om de saamhorigheid van de gemeenschap te bevorderen. De bevolking liet zich maar moeizaam mobiliseren om de viering van carnaval gestalte te geven op de manier, zoals de organisatie die voor ogen stond. Verschillende nieuwe impulsen waren nodig, gepaard gaand met invoering van nieuwe elementen, die al dan niet iets met carnaval te maken hebben. Vaak werden deze overgenomen naar voorbeeld van grote steden.
Vanaf 1970 werd het officiële programma uitgebreid van drie naar vier dagen. In dat jaar werden ook de eerste grote optochten georganiseerd. Daarvóór waren er alleen kinderoptochten, waarin vanaf 1969 reclamewagens meereden om de kosten te financieren.
In 1974 was een nieuwe poging nodig om te komen tot een integrale viering van carnaval. Daartoe werd Carnavalsfederatie Stichting Skon Orre Gat in het leven geroepen én om het hoofd te bieden aan de dreigende versnippering, die was ontstaan door de oprichting van verschillende CV's. Eind jaren '70 was algemeen een afnemende belangstelling voor carnaval te constateren ten gunste (?) van crocusvacantie en wintersport.
In 1977 werd op vragenlijst nr.46a van het P.J.Meertens-instituut door de Zandkneuters uit Oirschot en de Olliedonkers uit Spoordonk gereageerd. Beiden waren van mening dat, naast de optocht, het jeugdcarnaval het belangrijkste voor het eigen karakter van het feest was en dat het jeugdcarnaval het meeste publiek trok. In Spoordonk trok ook het Prinsenbal veel publiek en hechtte men grote waarde aan de gehandicaptenmiddag. Ontspanning vonden beiden het belangrijkste doel van het feest. Bij de buiten de in het buitengebied 'gehuisveste' CV de Zandkneuters kwam daar ook het versterken van het saamhorigheidsgevoel binnen de plaats bij.
Midden jaren '80 leek het carnaval zich niet meer te concentreren rond de veelal buurtgebonden, meer statisch aan een eigen café gelieerde CV's, maar hadden de verschillende rondtrekkende muziekgezelschappen, waarvan de leden tevens een meer diverse afspiegeling van de bevolking vormen, deze functie overgenomen. Daarmee verloor de viering aan officieel karakter en bereikte zo per toeval meer de openheid, ongedwongenheid en mobiliteit, die de initiatiefnemers voor ogen stond. Echter één groot spontaan volksfeest is carnaval in Oirschot niet geworden. In Spoordonk zijn hiervoor meer aanwijzingen.

Nationale feestdagen
Mogen we de zanger Joszep geloven, dan is er in Oirschot niet altijd veel animo geweest om een nationaal feest te vieren. In het volgende couplet uit het lied 'Dán ben ik trots 'n Oirschottenaar te zijn.', gezongen bij de Kermis Harmonie-matinée in 1913, geeft hij zijn visie hierover weer:
"Heel Nederland viert feest in deze dagen
Ter eere van zijn Onafhankelijkheid
Maar kom er ook in Oirschot eens om vragen.
Voor zooiets heeft men blijkbaar daar geen tijd!
Een Gouden Bruiloft wordt gevierd met luister
Bij 't minste feit is 't feest voor groot en klein
Maar niks te doen bij zulk een plechtig Eeuwfeest
Dat maakt me trots Oirschottenaar te zijn!"

Mogelijk hebben de Oirschottenaren na het horen van dit lied hun leven gebeterd, want de nationale feesten zijn in de door mij onderzochte periode (1946-1994) trouw, en in het begin zelfs enthousiast gevierd.

Feesten van het koningshuis
Het eerste feest in verband met het koningshuis in de periode van mijn onderzoek was de geboorte van prinses Marijke (nu Christina geheten) in 1947. Het plan was dat deze gebeurtenis feestelijk werd aangekondigd door de trompetters van de Rijvereniging. Na de mis zouden de kinderen een zanghulde brengen voor het gemeentehuis waarna ze een traktatie op school kregen. Er was een receptie op het gemeentehuis, gevolgd door een boomplanting, 's middag een defilé van alle lokale verenigingen op de markt. Omdat verwacht werd dat de geboorte zou samenvallen met vastenavond, stond een gekostumeerde knobbelrit van de MCO en een gekostumeerde ijswedstrijd op het programma. In verband met de kou gingen echter de zanghulde en het defilé niet door. De eerste Koninginnedag die werd vermeld, was de zevenenzestigste verjaardag van koningin Wilhelmina. 'De kleine bezetting' van de harmonie speelde dansmuziek op de markt op zondag en op maandag 1 september 1947 was de officiële feestdag met om elf uur onder grote belangstelling een parade van 7 R.I. met vaandel en vaandelwacht.
Vervolgens marcheerden alle deelnemende verenigingen begeleid door de harmonie naar het versierde sportpark voor een sportfeest ten bate van het Thuisfront.
In 1948 vierde koningin Wilhelmina haar 50-jarig jubileum, haar abdicatie en was de inhuldiging van koningin Juliana. De feestelijkheden duurden een volle week, van 31.8 t/m 6.9. Hoogtepunt was een allegorische optocht. Het bestuur van de Oranjevereniging OVO en diverse organisaties vergaderden in juli met de ontwerper over het toewijzen en uitvoeren van de praalwagens. De feestelijkheden werden op dinsdag 31.8 geopend met een reveille door de trompetters van de rijvereniging, waarna een (stampvolle) mis met Te Deum. 's Middags was de optocht, waarin door acht groepen/wagens de belangrijkste momenten uit de regeerperiode van koningin Wilhelmina werden uitgebeeld.
Kennelijk was het wel gebruikelijk met Koninginnedag een eenvoudige optocht te houden. Maar déze was iets bijzonders, want in haar rubriek vertelde 'Tante Mina': "Den optocht war skon, wir hil iet anders as ander jaoren, dan doen ze 't zo mer mee 'ne kafineulen en 'n taofel kaarters." 's Avonds gaf op de harmonie en de gemengde zangvereniging op de feestelijk verlichte kiosk een concert. Hierna werd een fakkeloptocht gehouden, waarin twee vrachtwagens meereden, "waarop o.a. het deftig van Oirschot een plaatsje gevonden had."
Ook in Spoordonk werd het feest gevierd, te beginnen met om 9 uur een mis, 's middags optreden van de pas opgerichte fanfare Concordia, waarna een gekostumeerde voetbalwedstrijd voor "liefhebbers boven 40 jaar." Om half zes begonnen de vermakelijkheden in het feestlokaal. In het dorp was feestverlichting aangebracht.
Zaterdag 4 september was de dag van de troonsafstand van koningin Wilhelmina, met om twee uur aubade voor het gemeentehuis van de kinderen, waarna ze met versierde wagens en fietsen door het dorp trokken. Om half vier werd op de markt in de open lucht het historisch toneelspel 'In naam van Oranje' opgevoerd. In de avond was er een speurtocht voor jongens boven 15 jaar.
Maandag 6 september werd de inhuldiging gevierd van koningin Juliana. Naast de gebruikelijke mis, het optreden van de harmonie, sportdemonstraties en volksdansen, was er 's avonds een gondelvaart van een tiental 'sprookjesachtig verlichte' voertuigjes op het kanaal, waarna slotbal op de Markt. In Spoordonk trok om half elf de fanfare uit, de geplande kinderfeesten vielen in het water (door de regen).
Op de doordeweekse dagen waren er in Oirschot 's avonds activiteiten als gekostumeerde sportwedstrijden, volksspelen, motordemonstraties en fakkellopen rond de kerk.
De winkeliers hielden een etalagewedstrijd.
Men kreeg kennelijk niet genoeg van het feesten want ook de laatste zondagavond werd de harmonie bij haar tocht door het dorp vergezeld door vele fakkeldragers en "zingend en hossend honderden Oirschottenaren, jong en oud."

Vol lof werd van deze feestelijkheden verslag gedaan met de opmerking "als in Oirschot de juiste mannen zich maar voor iets interesseren dan komt het dik in orde" en "De oranjevereniging met Baron Bentinck, Jan Beks en Piet Zeeuwen aan het hoofd verdienen (..) deze dank ten volle."

Een groep jonge boerinnen nam in Amsterdam deel aan het defilé ter gelegenheid van de feestelijkheden in 'Brabantse' klederdracht met 'poffers, lange rokken, pelerientjes, gouden kettingen en oorbellen etc.' 'Tante Mina' was echter bang dat ze hierdoor in Amsterdam een heel verkeerde indruk zullen krijgen, "want zo lopen ze hier nooit rond." Volgens haar zouden ze zich er zelfs voor schamen om hier 'n boerenmuts te dragen.

In 1949 werd de eerste Koninginnedag t.g.v. de verjaardag van koningin Juliana op 30 april gehouden, maar "toch was niemand dat vergeten en Oirschot was één vlaggenzee en iedereen had zich met oranje getooid." De dag ging zonder veel feestelijkheden voorbij, omdat de Oranjevereniging niets georganiseerd had. Op de markt was een danstent opgericht, die van 4 tot 10 uur open was, maar niet erg druk bezocht werd en 's avonds speelde de harmonie op de kiosk.

Om de feestelijkheden ter gelegenheid van een koninklijk bezoek op 7 september 1949 te bespreken, vergaderde in juli het Oranjecomité, waarbij veel Oirschottenaren waren uitgenodigd. Ofschoon de koningin maar een kwartier in Oirschot zou zijn, was het de hele dag feest, te beginnen om negen uur met een reveille en een muzikale rondwandeling door de fanfare, eindigend om elf uur op de markt, om samen met de schoolkinderen Nederlandse liederen ten gehore te brengen. Om twaalf uur werd de komst door klaroengeschal aangekondigd. Voor het gemeentehuis voerden leden van de Boerinnenbond reidansen op. Na het vertrek werden kinderspelen op het sportterrein en volksspelen op de markt gehouden. 's Avonds gaf de Philipsharmonie een concert op de markt, waarna groot vuurwerk op het sportterrein. Tot slot om 22.15 uur taptoe door de Philipsharmonie. In twee cafézalen mocht van 17.30 - 23.30 uur gedanst worden. Ter gelegenheid van het bezoek waren 'de bomen op de markt met de brandspuit schoongespoten', enkele huizen geverfd en het dorp met enkele oranje lichtjes versierd. Het koninklijk paar kreeg een kinderstoeltje voor Prinses Marijke aangeboden, dat dermate goed in de smaak viel, dat ze het meteen wilden meenemen i.p.v. laten nasturen. De organisatie was in handen van het gemeentebestuur en de OVO. Van de dorpsbewoners werd "slechts een klein financieel offertje" gevraagd en er werden Oranjestrikjes verkocht. In opdracht van het Provinciaal Bestuur werd een film gemaakt van het bezoek van de koningin aan Brabant, welke op 1 oktober in De Zwaan werd vertoond.
De verslaggever meldde naar aanleiding van dit bezoek: "Gezien de overweldigende belangstelling is er maar een conclusie: "Wat houden onze Oirschotse mensen van hun koningin." Deze uitspraak staat in schril contrast met de dikgedrukte mededeling die begin mei daarop verscheen: "Wegens het absolute gebrek aan steun en medewerking van de zijde van het Oirschotse publiek is op de laatst gehouden algemene ledenvergadering het bestuur van de Oranjevereniging in zijn geheel afgetreden." Omdat de Oranjevereniging was opgeheven, namen enkele mensen half juni het initiatief tot het oprichten van de buurtvereniging 'de Gasthuisstraat' met als doel in hoofdzaak om bij feestelijke gelegenheden iets te organiseren voor de jeugd. Pas in februari 1952 kwam de organisatie van plaatselijke feesten weer in handen van een overkoepelende organisatie: een plaatselijke afdeling van de VVV werd opgericht onder de naam Vereniging Oirschot Vooruit (VOV) en belast met deze taak. In de tussenliggende tijd nam de MCO de taak op zich om m.n. Bevrijdingsdag te organiseren.

Het door de nieuwe VOV samengestelde programma voor Koninginnedag zou de eerste jaren weinig wijziging ondergaan: 's morgens reveille door de leden van de Rij vereniging en aubade door de schoolkinderen voor het gemeentehuis, in de middag sportwedstrijden en/of oriëntatierit voor de jeugd en 's avonds voor de volwassenen atletiekwedstrijden en estafette op de Markt, begonnen dan wel afgesloten door een optreden van de harmonie. In het verslag werd gezegd dat de belangstelling voor het middagprogramma mogelijk niet aan de verwachtingen had voldaan, buitengewoon groot echter was het aantal deelnemers. Ook 's avonds zag het zwart van de belangstellenden en bood de grote muzikale stoet en lichtende flambouwen met daarachter een grote hossende menigte een schitterend gezicht. Ondanks het feit dat het programma het volgende jaar nauwelijks gewijzigd was constateerde men toen: "(..) Na de middag begon de viering in het dorp. Jammer was dat de arbeiders in de fabrieken geen vrijaf hadden. Dit zou de belangstelling en deelname aan de oriënteringsrit zeker hebben verhoogd. Niettemin toch 120 deelnemers. (..) Al bij al een sobere Koninginnedagviering die wel schril afstak tegen de sobere viering van vorig jaar.

De 50ste verjaardag van koningin Juliana in 1959 was voor de VVV aanleiding om in samenwerking met verschillende organisaties en personen weer een speciaal programma samen te stellen. Het week echter nauwelijks af van hun eerste in 1952.
In 1962 werd op Koninginnedag óók het zilveren huwelijksfeest van koningin Juliana en prins Bernhard gevierd. De VVV vergaderde met afgevaardigden van verschillende instanties en verenigingen over het programma. Hoogtepunt zou een kinderoptocht zijn. De inwoners werden opgeroepen zoveel mogelijk aan de festiviteiten deel te nemen en de dag 'zeker voor de jeugd' tot een onvergetelijke te maken. Behalve de twee muziekkorpsen, gilden en de diverse scholen die zich al hadden opgegeven, werden de buurtverenigingen en andere organisaties verzocht een waardige bijdrage aan deze grootse optocht te leveren. Er werden prijzen beschikbaar gesteld voor groepen, individuele en jeugdprijzen. Het werd weliswaar een korte maar toch fleurige stoet met aardige voorstellingen en veel versierde fietsen en steps. 's Avonds werd een grote show met licht opgevoerd door 'Die Tamboerijnen van die stadt Eindhoven'.
De berichtgeving was zakelijk, afstandelijk en zegt weinig over de betrokkenheid van de bevolking: "Oirschots VVV heeft er een mooie dag van gemaakt, waarbij gesteld mag worden dat er waardig is gefeest overeenkomstig de bedoeling van de VVV met de bekende zinsnede van onze Koningin: 'Doen kunnen we alles, maar dan ook alleen allen samen.'

De nationale feestdag ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Beatrix met prins Claus op 10 maart 1966 begon met een mis. In de middag waren er voetbalwedstrijden in Spoordonk (opbrengst voor een goed doel) en in Oirschot de bekende optocht voor de kinderen. In het begin van de avond hield de harmonie een muzikale rondwandeling, waarbij de jeugd zich met lampions kon aansluiten. Na afloop was er vreugdevuur op de Markt en gelegenheid tot dansen in de danszalen.

In de periode 1963 t/m 1972 werden geen programma's of verslagen van feestelijkheden meer gepubliceerd. Wel was het gebruikelijk dat men een vrije dag had. In 1973 werden ter gelegenheid van Koninginnedag een trimbaan geopend en de speeltuin feestelijk heropend met kinderspelen en een traktatie.
In 1973 had de viering van het 25-jarig ambtsjubileum van koningin Juliana plaats. Al maanden van tevoren was een feestcommissie bezig om een gepaste viering voor te bereiden. Centraal zou het kind staan. Er werd een krediet bij de gemeente aangevraagd voor f 5000.--. Het programma week niet veel af van dat t.g.v. het zilveren koninklijk huwelijksfeest: alleen de kerkdiensten en de muziekshow zijn vervallen. Nieuw was de inbreng van de gezamenlijke Oirschotse gilden, die hun groet brachten aan de wereldlijke overheden voor het begin van de optocht. De verwachtingen van het feestcomité werden verre overtroffen met ruim 900 deelnemende kinderen. De bejaarden kregen een dierentuintje aangeboden. Na de optocht waren er kinderspelen in een tent op de markt (ruim 2000 deelnemertjes, 'waar hoogtepunt van de dag') en disco voor de jeugd van 14 t/m 18 jaar (verliep grandioos). Er reed een gratis pendelbus naar Spoordonk en 's avonds was er een gratis feest in de tent tot ca. 01.00 uur. De festiviteiten werden "een opeenvolging van grandioze seksessen" genoemd. Het zilveren ambtsjubileum was op waardige wijze gevierd en "wat belangrijker is: Spoordonk en Oirschot gingen hand in hand, iedere organisatorische moeilijkheid met grote overtuiging nemend."
In 1975 kwam op het programma ook een feestmiddag voor alle bejaarden, georganiseerd door het actiecomité van het Open Bejaardenwerk in samenwerking met de Bejaardenbond.

Ter gelegenheid van de 70e verjaardag van koningin Juliana in 1979 meldde het Oranjecomité dat uit kringen van de vier gilden in overleg met het gemeentebestuur een comité was samengesteld om op Koninginnedag kinderspelen te organiseren.
Op Koninginnedag 1980 vond met de abdicatie van koningin Juliana en de inhuldiging van koningin Beatrix de tweede troonswisseling in de door mij onderzochte periode plaats. De feitelijke gebeurtenis en de feestelijkheden waren teruggebracht tot één dag. Bovendien werd het programma nog zodanig ingekort, dat iedereen in staat was de gebeurtenissen via de televisie te volgen. Het programma bood weinig variatie in vergelijking met dat van een gewone Koninginnedag: reveille, optocht met versierde fietsen of karren van de kinderen van de lagere scholen (echter geen prijzen) waarna om aubade voor het gemeentehuis en een dansje van geestelijk gehandicapte kinderen.
Hierna kregen de kinderen een traktatie tegen inlevering van een bon, die ze op school gekregen hadden.
's Middags maakte de fanfare een rondwandeling door Spoordonk. 'Extra' waren de plechtige mis om 19.00 uur en om 19.45 uur de buitengewone openbare raadsvergadering, waarna voor het gemeentehuis ter afsluiting het Wilhelmus gezongen werd. Voor de schoolkinderen schreef de burgemeester namens het Oranjecomité een wedstrijd uit voor het mooiste werkstuk met als onderwerp 'Koninginnedag 1980'.

In de regeerperiode van koningin Beatrix werd haar Koninginnedag (op de verjaardag van haar voorgangster op 30 april) in het dorp nagenoeg ieder jaar op de traditionele wijze gevierd met reveille, een kleine kinderoptocht waarna aubade en traktatie, in de middag werd er voor de kinderen iets georganiseerd zoals kinderspelen of een kindervoorstelling. Vanaf 1985 stond ook een disco op het programma van 19.00-22.00 uur voor de jeugd van 12-16 jaar. De geboorte van haar kinderen werd via de media aangekondigd en ging niet meer met plaatselijke openbare feestelijkheden gepaard.
Ook in Spoordonk had men moeite met het voortzetten van traditionele feestelijkheden op Koninginnedag. Sinds ca.1970 was het daar gebruikelijk om ter gelegenheid van de verjaardag van de koningin een Buurtvoetbaltoernooi te organiseren. Deze traditie kwam na ruim twintig jaar in gevaar omdat elftallen wegens gebrek aan spelers moesten afhaken.

De veranderde houding ten aanzien van de viering van feestdagen van het koningshuis wordt m.i. uitstekend verwoord in een bericht uit 1993: "Ja wel.... Toch nog Koninginnedag in Sporring! Maar toch kunnen we ons gerust afvragen: Leeft dit nog onder de mensen in Spoordonk? Vele "ouderen" in ons dorpje zullen zeker met een beetje weemoed terugdenken aan de tijd, dat een Oranjecomité jaarlijks op 30 april een feestelijk en gevarieerd programma in elkaar wist te zetten. De hele gemeenschap was er bij betrokken, en jong en oud genoot toen destijds van dat volksfeest. Maar dit Oranje-feest heeft in de loop der jaren een flinke knauw gekregen, en uiteindelijk is alleen 't Spoordonkse buurtvoetbaltoemooi - waar sinds 1991 ook de veteranen aan deelnemen - nog overgebleven. Dit toernooi wordt op toerbeurt georganiseerd." Om voor de kinderen toch nog iets te doen werd een luchtkussen geplaatst.