In het nieuws - Wereldpers gehaald (1955)  

Een tegen allen

Hout, H. van.

Vergroot beeldmateriaal

Op het scheiden van de markt naar de overwinning

Op woensdag 10 maart 1965 moest Oirschot het in het destijds zeer populaire tv-programma „Eén tegen Allen" opnemen tegen een vragenstelster uit HOORN. Voor het eerst in de tv-geschiedenis van „Eén tegen Allen" werd er een vrouw ingezet, die de vijf theoretische en vijf praktische vragen zou stellen. Ter voorbereiding werden alle Oirschotse verenigingen om medewerking gevraagd. Doel daarbij was om Oirschot op het beeldscherm te brengen op een wijze, die nog niet eerder was vertoond. De diverse verenigingen en organisaties werden op bepaalde plaatsen rond de markt gestationeerd om op allerlei wijze hun voormannen op de markt te kunnen bijstaan.

De spelregels
In deze NCRV televisiequiz speelde één man of één vrouw (de „eenzame vreemdeling") tegen een heel dorp of stad van maximaal 15.000 inwoners. Deze „eenzame vreemdeling" was aangewezen door een andere gemeente. Hij/zij moest aan de wedstrijdgemeente 10 vragen voorleggen: vijf theoretische vragen en 5 praktische opdrachten. Deze 5 vragen en 5 opdrachten moesten door de wedstrijdgemeente binnen 45 minuten worden opgelost. Lukte dat niet, dan won de eenzame vreemdeling en ontving een prijs, die evenveel cent bedroeg als het aantal inwoners van de wedstrijdgemeente, waar hij/zij tegen speelde. Bovendien mocht hij/zij dan in een volgende ronde spelen tegen de bevolking van een grotere stad. Eén kandidaat kon maximaal 4 ronden spelen; namelijk eerst tegen een gemeente met maximaal 15.000 inwoners, dan tegen een gemeente met maximaal 25.000 inwoners, daarna tegen een met maximaal 40.000 inwoners tellende stad en tenslotte nog tegen een stad met een bevolking van maximaal 55.000 inwoners.
Verliest de „eenzame", dan komt de wedstrijdgemeente in het bezit van de zilveren NCRV-tv-trofee, plus een bedrag van f 1.000,-- dat voor een liefdadig doel moest worden aangewend. De „eenzame" ontving dan uit handen van de wedstrijdgemeente een troostprijs, die typerend is voor de plaats. Iedere plaats kon slechts eenmaal als wedstrijdgemeente optreden.

Wedstrijdgemeente.
Een wedstrijdgemeente moest in een van de vier reeds genoemde categorieën vallen en moest een enthousiaste bevolking en een bloeiend verenigingsleven hebben. Daarnaast de beschikking hebben over een marktplein met in de directe omgeving het gemeentehuis. En uiteraard hing de keuze van een plaats ook af van de mogelijkheid om een goede straalverbinding tot stand te kunnen brengen. Verder moest de wedstrijdgemeente uit de bevolking een zogenaamde „Raad der Wijzen" samenstellen, die zorgde voor de oplossing van de theoretische vragen of die een snelle weg wist om aan de oplossing van die vragen te komen. Men mocht de wedstrijdgemeente ook van elders met raad en daad te hulp snellen. Het merendeel van de praktische vragen moest gericht zijn op de aard van de wedstrijdgemeente. De vragen, die de „eenzame vreemdeling" ging stellen, werden door een onpartijdige jury tevoren gecontroleerd. Een notaris hield toezicht op de correcte beantwoording van de vragen en de juiste en tijdige uitvoering van de opdrachten.

Een tegen allen van vorstelijke kwaliteit
In deze vijfde en voorlaatste uitgave van de populaire quiz kwam het er nu voor de hele Oirschotse gemeenschap op aan. Na een bijna anderhalf uur durende en aan de actualiteit van de dag, de verloving van Prinses Margriet aangepaste uitzending, liep alles op rolletjes.
Wat waren het 'n spannende laatste twee minuten. Een van de theoretische vragen leek even op een Babylonische spraakverwarring, maar ook hier kwam men uit. En terwijl de Oirschotse gemeenschap aan 't klimmen, doeltrappen, exerceren, plakken en stoelen maken was, kregen de kijkers
in den lande beelden vanuit Soestdijk. Een Oirschotse afvaardiging was daar zojuist na een bliksemsnelle rit, gearriveerd en Oirschot had de grote eer het eerste geschenk van de burgerij aan het verloofde paar te mogen aanbieden. „Reuze aardig dat u gekomen bent, dank u wel", waren de eerste spontane reacties van H.K.H. Prinses Margriet en de heer Pieter van Vollenhoven. Ondertussen had men in die „lieflijke kleine plaats", zoals de spelleider Oirschot noemde,niet stil gezeten. Met een juist antwoord over de huldiging was het eerste punt binnen. En de Raad der Wijzen voegde daar spoedig enkele punten aan toe. Maar naar gelang de tijd verstreek bleven ook ’n paar antwoorden op vragen en uitvoeringen van opdrachten uit. Maar er kwam schot in, letterlijk en figuurlijk : De nationale doelman Eddy Pieters Graafland werd binnen het half uur 35 maal gepasseerd.
En zo kwam men precies op tijd aan de noodzakelijke tien punten. Oirschot triomfeerde. De burgervader mocht de NCRV-trofee en de f 1.000,-- in ontvangst nemen. Als goede doelen werden het carillonfonds Sint-Petruskerk en het orgelfonds Ned. Herv. Kerk aangewezen.
De enthousiaste bevolking ging aan het zingen en springen, er werd nog vele uren lang gefeest. En toen de 11e maart 1965 al menig uurtje oud was kon men nog steeds horen zeggen „Het was geweldig, geweldig!"