1644

Heilige non

Maria Margaretha der Engelen

In 1618 wil Silvester Lintermans, een inwoner van Oirschot, in zijn huis 'Blijendael' een karmelietessenklooster stichten, maar dat valt in deze tijd niet mee. In 1629 verovert Frederik Hendrik 's-Hertogenbosch en komt de hele Meierij in handen van de protestantse republiek. Priesters en kloosterlingen moeten het gebied verlaten en katholieke kerken worden gereformeerde gebedshuizen. Het valt dus niet mee om hier een klooster te stichten. Toch lukt dat uiteindelijk. Dankzij bemiddeling van de Franse koningin-moeder Maria de Medici krijgt Lintermans hiervoor in 1644 toestemming van Frederik Hendrik. In die tussentijd heeft hij contact opgenomen met een zekere Maria Margaretha der Engelen in Antwerpen. Zij is in 1624 tot de Antwerpse Karmel toegetreden en geniet door haar extreme levenswijze een reputatie van heiligheid. Zij verlaat in 1644 Antwerpen om met enkele medezusters een nieuw klooster te stichten in Oirschot.
 

Maria Margaretha's reputatie van heiligheid blijft ook in Oirschot groeien. 'De Heilige Non', zoals zij in de volksmond genoemd wordt, heeftvoorspellende dromen, kan op twee plaatsen tegelijk zijn en ontvangt in 1654 stigmata. Dat zijn vlekken of wonden aan de lichaamsdelen (handen en voeten) waar Christus verwondingen had bij zijn kruisiging. Zij sterft op 5 februari 1658 in een 'geur van heiligheid'. Haar lichaam wordt opgebaard in de kloosterkapel. Opmerkelijk genoeg vertoont het lichaam, volgens de betrokkenen, geen enkel teken van bederf en wordt het niet stijf. Wel komen er grote hoeveelheden olieachtige vloeistof uit. De 'olie' wordt opgevangen in linnen doeken en in flesjes. Duizenden belangstellenden trekken naar het opgebaarde lichaam in de kloosterkapel. De protestantse predikanten dringen aan op strenge maatregelen tegen deze 'bijgelovige' katholieke praktijken. In het katholieke Staats-Brabant wordt echter pragmatisch gehandeld en men beperkt zich tot handhaving van de openbare orde. De angst voor ongeregeldheden zal daarbij zeker een rol gespeeld hebben. Pas ruim vijf jaar na het overlijden van Maria Margaretha der Engelen grijpt de overheid in. Het lijk wordt in de nacht van 4 op 5 augustus 1663 in Oirschot weggehaald en in de doopkapel van de destijds protestantse Sint-Jan in Den Bosch begraven. De Oirschotse Karmel wordt opgeheven en de nonnen vluchten naar Mol en stichten daar een nieuw klooster.

Ook na hun vlucht in 1663 blijft de verering van Maria Margaretha in Oirschot springlevend. Pas in 1931 wordt het pand Blijendael teruggekocht en opnieuw betrokken door de zusters karmelietessen. Zij zetten er hun biddend leven voort en ondernemen vergeefse pogingen om Maria Margaretha zalig te laten verklaren.
 

Lees meer

Media bestanden

Externe links

Literatuur