Veel volkeren hebben een heilige boom om hun goden te vereren, te bidden of te offeren. Deze boomheiligdommen of cultusplaatsen worden ook gebruikt om samen te komen voor rechtspraak of om bij de goden in de gunst te komen voor riskante ondernemingen, zoals oorlogen, of als dankbetuiging voor een overwinning of een goede oogst. Of de Heilige Eik in Oirschot bij onze voorouders ook als cultusplaats in gebruik geweest is, weten we niet en we kunnen en mogen de huidige locatie ook zeker niet associëren met religieuze riten uit lang vervlogen tijden. Bovendien staat er al lang geen eik meer, alleen een kapel. Het is een ontmoetingsplaats en een plek waar Maria vereerd wordt.
En natuurlijk ligt aan deze verering een wonder ten grondslag. Petrus Vladeraccus maakte rond 1610 een aantekening over deze mystieke gebeurtenis. Op het zand in het riviertje de Beerze werd op 24 juni 1406, de patroondag van Sint-Jan de Doper, een Mariabeeldje met kind gevonden. Het werd in een eik geplaatst en al spoedig daarna door boeren en herders uit de buurt vereerd. Nadat men het beeldje naar de kerk van Oostelbeers of Middelbeers had overgebracht stond het daags hierna weer op een onverklaarbare wijze in de eik. Men bouwde op de plek bij de eik een primitief houten kapelletje. In een andere versie wordt het verhaal nog wat aangedikt. Het beeldje kwam stroomopwaarts gedreven en probeerde men het meerdere keren in de Beerzen te stallen.
Kanunnik Jan Daems liet, nadat hij op wonderbaarlijke wijze genezen was, in 1606 de eerste stenen kapel bouwen. Op last van de Staten-Generaal moest de kapel in 1649 gesloopt worden en de eik gekapt. De devotie bleef echter en er werd regelmatig een noodkapel gebouwd van plaggen en stro. In 1854 herrees op de oude fundamenten een nieuwe stenen kapel, die in 1906 uitgebreid werd tot haar huidige omvang. Het barokke altaar uit 1746 komt uit de voormalige schuurkerk aan de Nieuwstraat. Het Mariabeeldje is een kopie van het origineel, dat in de parochiekerk van Oirschot wordt bewaard. De ramen in het achterste gedeelte bevatten voorstellingen uit het leven van Maria. Die in het voorste gedeelte herinneren aan de oorlog, vrede en gevallenen van Oirschot en de Beerzen. De zuilen aan de ingang zijn afkomstig van het oxaal van de Sint-Petruskerk, waarvan het zuidwestelijke deel van de toren in 1904 was ingestort. Van het puin van deze torren werden in de nabijheid van de kapel een grot met een Piëta en grot ter ere van Antonius van Padua gebouwd. In 2002 is er in de directe omgeving een kruisweg geplaatst (kunstenaar Mari Andriesse) en in 2010 is er naast het pelgrimspad een veldkruis neergezet.
De Heilige Eik is nog altijd een veelbezochte plek. Ieder jaar komen er zo’n 250.000 bezoekers, vooral in de meimaand. Op Tweede Pinksterdag is er een processie en wordt er een openluchtmis opgedragen.