1815

Geburen

Over conflicten en afscheiding

In de Oirschotse archieven vindt men van tijd tot tijd documenten over grensgeschillen van uiteenlopende aard en ernst. De langslepende 'onafhankelijkheidsstrijd' van Best spreekt het meest tot de verbeelding.
De huidige gemeente Best was in de vroege middeleeuwen een nat gebied dat hoorde bij de Heerlijkheid Oirschot. Omstreeks 1300 bestond Oirschot uit acht 'herdgangen' oftewel gehuchten met gemeenschappelijke landbouw- en veeteeltgronden. Die gehuchten waren Kerkhof, Notel, Hedel, Straten en Spoordonk (de latere gemeente Oirschot van vóór de fusie met de Beerzen) en Aarle, Naastenbest en Verrenbest. Deze laatste drie werden al vroeg aangeduid met de gemeenschappelijke naam Best. Die naam heeft te maken met de boomteelt en betekent waarschijnlijk een laaggelegen, vochtig terrein waar bomen groeien. Eén van de belangrijkste taken van het dorpsbestuur is het beheer van de gemeenschappelijke gronden binnen de herdgangen.

De bevolking van de drie herdgangen van Best moest in Oirschot naar de kerk. Omdat het een verre tocht was naar de Oirschotse kerk, wilde men in de eigen buurt een kapel bouwen ter ere van de heilige Odulphus die hier geboren was. Volgens de overlevering werd die kapel gebouwd op de plaats waar hij geboren werd. Van het Oirschotse kapittel mochten in de kapel echter geen missen opgedragen worden. Dat recht verwierven ze wel in 1437, zij het met mitsen en maren. De Oirschotse Sint-Pieterskerk bleef echter parochiekerk tot 1553: toen pas werd de kapel een kerk en vormde Best een eigen parochie. De eerste stap op weg naar onafhankelijkheid.

Het Besterbroek was een gemeenschappelijk grondgebied ten noorden van de Beste herdgangen. Een nat gebied met veel bomen: een belangrijke bron van inkomsten voor de Bestse bevolking, vanwege het klompen maken. Toen Oirschot het gebied in 1666 wilde verkopen, ontstond een ware volksopstand. In de achttiende eeuw zou dit gebied een nog belangrijkere rol gaan spelen. Toen wilde men namelijk een zo recht mogelijke steenweg aanleggen van ‘s-Hertogenbosch naar Luik, via Eindhoven. Het tracé liep door dit broek en niet door het centrum van Oirschot, tot ontevredenheid van de middenstand. Ondanks protesten werd het project toch uitgevoerd. In twee etappes: tot Best in 1745, daarna van Best naar Eindhoven in 1806. Weer een twistappel tussen wat we zo langzamerhand 'moeder Oirschot en dochter Best' mogen noemen.

In de Bataafse tijd probeerden de Bestenaren zelfstandig te worden. Dat lukte niet, maar wel in 1819 en twee jaar later was het zelfstandige Best een feit, door Koning Willem 1 zo verordonneerd om reden dat Best en Oirschot niet alleen kerkelijk gescheiden waren maar ook qua bebouwing, die meer dan een uur gaans niet aaneengesloten was. En het belangrijkste argument was wellicht dat als er legers zich over de nieuwe steenweg zouden begeven, de plaatselijke autoriteit in Oirschot te ver weg was. In geval van problemen was een Bests bestuur vlakbij die weg, veel beter.

De Bestenaren hadden na eeuwen hun zin gekregen. Echter, ook nu nog komen ze op zon- en feestdagen graag naar Oirschot. Niet zozeer om ter kerke te gaan, maar wel om er de terrasjes te bezoeken. Zo houden de kleine moeder en de grote dochter nog steeds contact.

Lees meer

Media bestanden

Literatuur